Durance 2001, donderdag

Donderdag. Hans gaat vandaag met de kids varen op het stuwmeer, vaart daarna met een aantal beginners naar de camping en maakt er daarna een kippendagje van.

Wij besluiten de Gyronde te gaan verkennen. Daar staat onvoldoende water (vinden we) en we rijden door naar de Guisane. Die heeft aanmerkelijk meer water dan maandag en we besluiten hem nog een keer bij deze hogere waterstand te varen.

Het eerste stuk gaat soepel. De Botenkraker dendert er flink op los en ook het stuk daarna bevat veel golven en een paar walzen. Het is ons duidelijk dat de benedenloop van de Guisane nu wel eens heel erg heftig kan worden waarschijnlijk een graad moeilijker dan maandag.

Uiteindelijk besluiten we met 4 vaarders John, Saskia, Menno en Mark te gaan varen.  De stuwen dragen we weer om. Het eerste oordeel klopte aardig, de Guisane bij deze waterstand is een volle graad moeilijker. De walzen moet je nu echt ontwijken of er vol snelheid en recht doorheen varen. In de eerste moeilijke stroomversnelling (bocht naar links en dan fors verblokt) gaat Saskia op haar dak eskimoteert razendsnel en stel zich in veiligheid.

Even later komt John mij voorbij, duikt in een wals en zit vast. Na twee keer eskimoteren is hij in staat zich uit de wals te werken (oohps, gaat toch wel erg hard voor zo'n wavesport denkt John). Da's mooi, denk ik, weet ik tenminste waar die wals zit. Even flink temp, bootje vlak houden, ik voel hem zuigen, even flink doorsleuren en los! Ik vaar de ploeg weer voorbij en ga in een keerwater liggen om te kunnen fotograferen. Daar komt Saskia aan.

Het ziet er wat gehaast en onrustig uit. Even later ligt ze naast me in het keerwater. 'Zie je m'n lens? ik ben hem kwijt! zie je hem nog ergens zitten?' Waarempel, hij hangt net nog op haar ooglid. Da's mazzel. Naar flink wat gewurm krijgt ze de lens weer in haar oog. Voor lenzendragers is dit toch echt op het randje. Er komt zoveel water over je kop heen dat je bijna continu je ogen dicht moet houden, anders spoelen je lenzen eruit. Ik Saskia ook regelmatig met een oog dicht, de ander half open de passages af komen. Het ziet er wel komisch uit maar is niet echt handig.

Verder gaat alles goed, de meeste bomen die we de vorige keer zijn tegen gekomen zijn nu overspoeld of doorgespoeld. Bij de volgende heftige passage (bocht naar rechts) dragen we nu allemaal ongezien (anders ga je toch weer twijfelen en misschien wel varen) de eerste wals over. Achteraf had het wel gekund maar met zo'n klein ploegje moet je geen risico nemen. Even een bootje naar de kant varen kan wel een paar kilometers duren als je pech hebt.

Van de vorige keer weten we nog dat in de volgende haakse bocht er een boom ligt die je pas op het laatste moment kunt zien. Ik ben er snel uit en net op de kant gaat Mark voor mijn ogen om op de rand van het keerwater. Shit Mark! niet hier! Gelukkig eskimoteert hij en zit even later (wel 4 keerwaters lager) aan de kant. Na deze boom is het moeilijkste voorbij en beginnen we weer aan de uitvaart. binnen de twee uur staan we (hijgend) op het eindpunt. Volgende keer neem ik mijn Canyon weer mee zegt John. Hoezo? vragen we, je zei in de auto nog dat je wel een graadje zwaarder wilde varen! 'Ja, dit was dat graadje zwaarder, maar die boot doet er nog een graad bovenop en dat was niet de bedoeling!'.

Lees over de volgende dag

 Menno