Kleine Emme juni 2008

Gisteren de Maggia bij de camping

Het zit er al weer op, we gaan naar huis. In alle vroegte breken we ons kampement op en laden de auto in. Het is te vroeg. Te vroeg in de morgen, liefst hadden we nog ff blijven liggen na het gezellige zuupavondje gister,en te vroeg omdat we graag nog veel meer rivieren hadden willen varen in dit gebied.

1 schrale troost: We hebben nog 1 sloot te gaan. Menno stelt voor (geen tegenspraak duldend) de Kleine Emme te gaan varen, dat ligt mooi aan de route, en die staat op zn nog-te-varen-lijstje.

Wat wel vreemd is vandaag: Tot nu toe hebben we elke dag regen gehad tijdens het varen, maar zodra we het gebied uitrijden, komt het zonnetje ons tegemoet. We zullen de rest van de dag hiervan mogen blijven genieten. Goed, terug naar de Emme…

We stappen in onder een bruggetje. Het water is bruin, Ardennen-kleurtje. De sloot zelf lijkt in het begin zowieso op een ardenner-beek. Smal, ondiep, en kleine vervalletjes.

Verderop krijgt de rivier een typisch eigen karakter. Het lijkt alsof overal cement met grof grind erin is gestort. Dit is natuurlijk niet door mensenhanden gemaakt, alle wanden en zelfs de bodem bestaat op de meeste stukken uit dit materiaal. Soms zit er nog wat hard steen in versmolten. We raken veel stenen, de waterstand is echt te laag. Vandaag vinden we dat allemaal, niet alleen Erik.

Na een bochtstromingkje en een stenig “wasbordje” horen en zien we het water over een rand verdwijnen. Een stuw. Ongeveer 2 meter hoog, met terugloop. Aan de linkerkant (vanuit de boot gezien) gaat een tongetje naar benee. Nou ja , tongetje… We butsen over de keien naar beneden. Gelukkig komt er een klein eindje verder een beetje water bij, waardoor sommige stukjes wel genoeg water hebben.

Overal vinden we een veelvoud van golfjes, golven en walsjes en walzen. Rick en Harry komen bij een schuin stuwtje/richel, waar een zuigend walsje achter zit. Ze varen er uiterst rechts overheen. Menno en Erik komen er achteraan en knallen er gewoon dwars doorheen, geen probleem.

Dan meld Rick dat hij veel last van zn elleboog heeft, een oude blessure die opspeelt. Gisteren had hij er ook al last van, maar vandaag denkt hij zelfs aan uitstappen. Hij vaart toch maar verder, gelukkig is dit niet het meest heftige water.

Op een volgend wasbord knalt hij zijwaarts op een steen en floept om. Snel is hij weer overeind, hij heeft verbazend genoeg nix geraakt, maar vrolijker wordt hij er ook niet van.

In een flauwe bocht naar links stroomt al het water tegen de wand aan de rechterkant. We varen een stukje van de wand af, wat ook maar goed is.

Want als we onderaan zijn zien we dat de wand flink is onderspoeld, geen plaats voor zwemmers. Ook zien we iets verder nog een onderspoeling in de “beton-grind” mix, hier staat nu geen stroming in/op.

Een stuk hard gesteente steekt haaks uit de onderspoeling, het water heeft al het zachte materiaal weggesleten en alleen deze grillige steen niet, aan alle kanten hangt de steen verder vrij in het water.

We komen nog over een lekkere dikke hoge golventrein en dan is de hele rivierbodem met grillige bulten van de betonmix opgebouwd. We varen door de onstane s-bocht en komen zo bij de passage ww-VI iets verder.

Weer hetzelfde bodemmateriaal, maar nu heeft de rivier er 2 diepe smalle geulen in uitgesleten, waar het water doorheen brult met gaten en kruisstromingen. Deze dragen we maar om, hier in gaan is gegarandeerd veel pijn lijden.

Een kilometertje verder zien we de brug bij het eindpunt alweer in de verte, helaas is de tocht en deze vakantie weer ten einde.

Het was weer beregezellie, veel lol gehad en veel moois gezien en gevaren. Snel weer!

Harry S