Tarnon, oktober 2005

Het is maandag, 31 oktober 2005, we hebben twee dagen achter elkaar de boven Tarn gevaren, dat alleen al is een feest waarvoor je 2700 km in een lang weekeinde wilt rijden. Voor vandaag hebben we al diverse keren het plan gewijzigd; blijven we hier aan de Tarn, gaan we naar boven, naar het gebied van de Ardeche om daar maandag en dinsdag nog een paar mooie bovenlopen te varen. De hoogste boven Ardeche en de bovenste kloof van de Beaune zijn potentiële smaakmaker in dit gebied. Er is daar, ten opzichte van het Cevennen gebied rondom de Tarn, geen water. We blijven dus en gaan op zoek naar de Tarnon. Zondag hebben we de Tarnon en Mimente al snel even bekeken waar ze bij elkaar komen en vanaf daar samen de Tarn vormen. Bruno heeft de Mimente reeds eerder gedaan en beoordeelt de stand als bevaarbaar.

Het wordt dus de Tarnon, de stevigste van de twee bron rivieren van de Tarn. Bovenin moet 4 km wildwater IV-V zitten. Hier zijn we nog geen van allen geweest, voor iedereen een primeur dus.

Stroomop gezien volgen we de rechterarm van de Tarn en buigen af naar het zuiden de bergen in. Even later rijden we hoog langs de woudkloof van de Tarnon. Ook hier weer schitterende uitzichten om groen gouden wanden met diep beneden ons een glinsterend slangetje. Ook hier is weer een ding heel duidelijk, als je er halverwege uit wilt en naar de weg moet klauteren, dan ben je wel een paar uur bezig.

Bij Rousses zien we beneden de brug liggen waar we uit zullen stappen en 3 kilometer later slaan we rechtsaf het bos in. Over een onverhard pad rijden we nog een eindje door daar een huis " Marquaires" genaamd. Er staat een hout schuur waar we heerlijk droog met hout snippers onder de tere voetjes om kunnen kleden. Rond 11 stappen we in.

De Tarnon lijkt in de eerste kilometers een beetje op een overtreffende trap van de Salm of Boven Lesse. Snel, met meer dan genoeg water en, hoe kan het ook anders, gewortelde vrienden.

De bos kloof is schitterend van kleur, het water leuk en die bomen maken het toch ook wel weer een beetje leuk. Wij ervaren Alpenvaarders draaien daar onze hand toch niet voor om...

De Eerste boom gaat nog soepel, even het laagste punt zoeken, aanzetten, lichaam naar achter en dan snel voorop om het zwaartepunt voorbij de boom te brengen. Eitje, jaren ervaring in Eifel en Ardennen betalen zich uit. Lucien heeft het er minder op voorzien en kwakt dwars voor de boom. We kunnen hem nog net met moeite over de boom heen trekken.

De volgende dubbele oxer waarbij de tweede boom een meter verder net onder water loert gaat weer goed. De derde, een vies kreng die links wat hoger begint en stroomafwaarts naar rechts afloopt in een takken zooi waar je niet doorheen komt.

Ik weer voorop goed gas gevend, zo haaks mogelijk op de boom aan en op tempo erover. Gelukt! Achter me zie ik de gele Kendo even later met 30 graden naar de hemel wijzen, als dat maar goed gaat met Julien straks...

Snel vaar ik door om in het lage kloofje achter de boomversnelling een uitstap punt te zoeken. Ik heb een slecht voorgevoel...

Nog voor ik de boot uit ben zit Julien al voor de boom eronder. Boot en man worden door de stroom klem onder de boom gedrukt, er is daar geen plek voor man in boot. Victor is snel uit zijn boot gesprongen en kan Julien stabiliseren, echter niet eruit halen. Ze zitten nu eigenlijk met 2 man en een boot in een klote positie. Bert en ik snellen toe en kunnen met z'n drieën Julien tegen de stroom in onder de boom vandaan trekken. Dat ging maar net goed en het is wederom bewezen, bomen in een rivier vormen een van de grootste gevaren en vereisen altijd maximale aandacht.

De boom hebben we laten zitten, die zat aan de overkant nog stevig in de wand verankerd.

Na deze passage zijn we ook direct klaar met de woud passages. De wanden worden klovig en van links valt een zijrivier in een waterval in de Tarnon. De passages in de Tarnon worden nu onoverzichtelijker en al snel moeten we eruit om een paar rotsachtige slides met wat walzen te verkennen. Een klein tukje verder zien we de rivier in een smal kloofje verdwijnen.

Dit is het WW V stuk waar de kanogids het over had.

Een smalle ingang met links een onderspoeld blok waar je eigenlijk niet tegenaan wil komen maar waar je wel dichtbij moet zitten om de daarop volgende wals rechts te kunnen ontwijken. Afsluitend via een smalle rotspassage met een verval het kloofje weer uit.

We kijken eens even naar mogelijkheden om de wals af te zekeren maar zien niet zo heel veel mogelijkheden. Helemaal rechts vanaf een rotsblok onderin de kloof naast de wals zou het moeten kunnen.

Alleen Victor besluit te varen en even later is hij op weg, een stevige steun rechts om van het rotsblok af te blijven, daarna zonder snelheid op de wals af maar gelukkig helemaal links zodat hij wel stil gezet wordt maar juist op het minst zuigende punt de boot toch weer voorwaarts kan scheuren. Dan het laatste verval af en onderin op z'n dak. Even later een rol en weer heelhuids overeind.

Die boom ligt op 4 meter hoogte boven het water (-;)

Wij besluiten om te dragen (rechts relatief eenvoudig, desnoods met alpine start),

De grote blok passages volgen elkaar nu op. De Tarnon is een schitterende sloot, zeker bij deze gemiddelde (of meer) waterstand.

Alle overige passages kunnen op zicht gevaren worden en zijn van klasse WW IV maar nooit daarboven.

De Tarnon is een combinatie tussen bos en rotskloof met grillige rotskanalen afgewisseld door glooiende beboste zijkanten. Heel erg mooi in de Herfst.

De passages gaan door tot 500 meter voor het einde. Dan wordt de woudkloof wat opener en zie je in de verte Rousse liggen.

De Tarnon kan nog een 20 km door gevaren worden opWW II in een mooie woudkloof. Ideaal beginners traject met bij Vebron een smal kloofje met 12 meter doorgang (verkennen).

Waterstand schat ik in op 8 kuub. Waterstand op de Tarn ca. 230 cm.

Menno

Lees ook:

de midden Tarn