Zeekajak-week Wales, mei 2002 (deel 2)

Zie ook deel 1

Dinsdag

Na het symposium-weekend staat nu de cursusweek voor de boeg. Mijn eerste keuzemenu-cursusdag staat, onder leiding van de chef van het kajakcentrum - de illustere Nigel Dennis, in het teken van tochtstrategie, groepsdynamiek en leadership. Na wat theoretische plichtplegingen rijden we naar Soldiers Piont. Ik krijg, samen met Herman (NL), opdracht een groepje naar de Skerries te voeren. We besluiten een stuk naar buiten te varen, met de kardinaal van Langdon Ridge als controlepunt, zodat de vloedstroom ons van daar af met volle kracht mee kan sleuren naar het rotseiland. We zijn nog geen tien minuten op het water als aan de horizon een stipje opdoemt dat al snel uitgroeit tot de onmiskenbare contour van de catamaran-ferry die op volle snelheid vanuit Dublin komt aanstormen. Nigel legt het dilemma bij ons op het dek: wat nu? Doorvaren is geen optie, daarvoor gaat het ding te snel. Uitwijken heeft geen zin (waarheen?). Wachten dus maar, we bevinden ons immers nog net vr zijn vaarlijn (ja toch???). Mocht het bakbeest te dichtbij komen hebben we een marifoon paraat en voor het uiterste geval houden we vuurpijlen binnen handbereik. Even later gaat het apparaat ruim voor ons langs en kunnen we verder. Het weer is mooi en de zee rustig. We bereiken de Skerries zonder al te veel verdere rompslomp.

Dat komt mij nog op de nodige kritiek te staan: de aanloop van de eilanden was net wat t nonchalant en tijdens de pauze krijgen we te horen hoe het aanvaren van zon eiland, waar het door de sterke stromingen onder alle omstandigheden kan spoken, volgens de boekjes verloopt.

De terugweg zal aanpoten worden: de vloedstroom is inmiddels in volle gang en het is de bedoeling dat we Carmel Head bereiken. Dat wordt traverseren, drie mijl lang tegen een stroming van - dankzij bijna doodtij - slechts vier knopen. Het spookt aardig boven de ondiepten tussen de Skerries en Anglesey. We moeten alles uit de kast halen en kunnen ons ternauwernood handhaven op de eerste golvenrij van de overfalls. En seconde rust betekent een terugval van enkele meters, rechtstreeks de onrustige golvenzone in. Tegelijkertijd helpen die golven ons, want het is hier heerlijk surfen. Uitgeput bereiken we nipt het eerste keerwater achter Carmel Head. We hergroeperen en varen rond de punt. Onder bescherming van de rotsen dicht langs de kust bereiken we tegen de stroom in het eindpunt: Church Bay.

Terug in het basiskamp kijken de dames beteuterd. Zij hebben zich niet helemaal gegeven bij het oefenen vandaag, volgens eigen zeggen om zich te sparen voor de dag van morgen. Ze zijn nu een beetje ontgoocheld dat hun trainingsprogramma gecomprimeerd blijkt in n dag. Ze worden geacht zich morgen aan te sluiten bij een of andere rustige dagtocht.

s Avonds worden we gentertaind door Fiona (je weet wel, die brunette van vorig jaar) en Justine (een blondine met een mr dan uitbundige giebellach). Zij vertellen in geuren en kleuren over hun avontuur: het omvaren van Wales, via Birmingham (kijk dat maar eens na in je atlas). Het meest hilarische is hun demonstratie van plassen-voor-dames-op-volle-zee: in woorden bijna niet te vatten, maar inmiddels hebben ook Marie-Louise en Jolien deze techniek-voor-gevorderden-met-hoge-nood op de Berendonck onder de knie gekregen.

Woensdag

Vandaag staat voor mij Combat Navigation op het menu. Ik word door Bernhard en Magnus (Dld) ingelijfd in hun driemans-ploeg. Binnen een korte tijd moeten we drie doelen zien te vinden. Eigenlijk een eitje, maar Bernhard is er zo op gebrand alles perfect te doen dat er van alles mis gaat. Uiteindelijk vinden we natuurlijk toch nog alles op tijd. Een beetje saaie dag.

Thuis in het kamp zijn ML en Jolien in mineur. Deze dag waren ze guinnee pigs (proefkonijnen) bij een tweesterren-coach-examen. Ze hebben nauwelijks gevaren en zijn murw gemoederd door overbezorgde examen-kandidaten. Ook Willem heeft er de smoor in: het ziet ernaar uit dat hij de hele week niet zal kunnen varen dankzij zijn schouder. Ik ontvlucht ons kamp en ga op zoek naar een computer. Hopelijk lukt het om een paar pics mailen aan onze webmaster: de primeur van een online-live-verslag.

s Avonds zoeken de dames nog steeds revanche - ook nog voor gisteren - en ze grijpen hun kans in de pub. Met bier en whisky brengen ze Pete van slag, palmen hem in (Aha, are you the guy who crossed the Atlantic!) en weten hem te ontfutselen dat ze morgen een dagje viersterrenherkansing krijgen. Willem verkijkt ondertussen zowat zijn verstand bij de aanblik van een tweetal duistere schoonheden. Zo eindigt de dag toch nog goed en dat moet gevierd worden.

Donderdag

Vandaag een klassieker voor mij: vanaf Chemlin Bay naar de Skerries.

Al direct na de start worden we verrast: twee mini-dolfijntjes (porpoises) zwemmen een stukje met ons op, even later gevolgd door een groepje dartelende puffins. Het blijft een vreemde gewaarwording: de sterke stroming noopt ons tot grote koerscorrecties. Als je niet beter weet zou je zeggen dat we de eilanden straal voorbij varen, maar met onze neuzen op 30 graden varen we recht op Skerries af die aan de westelijke horizon liggen!

Achter het hoofdeiland staat een kleine race, net genoeg om ons te vermaken.

Ook daar treffen we volop beestenboel: we worden gadegeslagen door horden zeehondjes. Zij gebruiken de rots als tribune en de nieuwsgierige exemplaren duiken midden tussen onze kajaks op. Voor de lunch vleien we ons aan de voet van de vuurtoren.

In twee groepen aanvaarden we de terugtocht. Dit keer krijgen we opdracht terug te varen naar Chemlin Bay via Carmel Head. Ons flottielje peddelt tegen de ebstroom in naar de noordkant van de Skerries voordat we aan de oversteek beginnen. Deze tactische zet pakt erg goed uit. We kunnen ons nu tijdens het traverseren meer terugval veroorloven en kunnen dus schuiner oversteken.

Bij de laatste honderd meter van de overtocht maken we kennis met de kentering Skerries-style. Binnen een tijdsbestek van enkele minuten draait de stroming om. Niks geen periode met weinig waterbeweging, maar hopsakee van het ene moment op het andere 180 graden om: fenomenaal. Al met al maken we de oversteek razendsnel. We krijgen nieuwe marsorders en banen ons een weg naar Church Bay waar we door de trailer worden opgepikt.

Bij de avondmaaltijd is iedereen opgetogen. Andr en Karin (ook weer van de partij) hebben vandaag meegedraaid met de door de dames afgedwongen trainingsdag. Hoge steun, lage steun, reddingen en hier en daar een rol.

Er is flink geoefend, ook in de golven en ze zijn vastberaden om voortaan veel en vaak te blijven oefenen, want: die golven, daar doe je het toch voor!

Iedereen is moe en voldaan. Maar de dag is nog niet voorbij. Deze dag wordt een lage: er staat een nachttocht op het programma. Justine is ons baken. Door haar lichtontvlambare lach is zij ook in het donker duidelijk aanwezig. Haar gegiechel wordt duidelijk aangewakkerd door de zenuwen: voor haar is de tochtleiding een examenonderdeel. De groep wordt genummerd, iedereen wordt voorzien van breekstaafjes en sommigen verlichten ook hun kompas. We vertrekken vanaf Soldiers Point. Er is enige haast geboden want we willen, zo met de invallende duisternis, vr de kentering en dus vr de start van de tidal race voorbij North Stack zijn!

Daar aangekomen wordt het water rond de landtong door Justine verkend en met het laatste restje licht (en vloed) volgen we haar. In totaal zijn er drie groepen op het water en dat biedt een wonderlijk schouwspel als we in de verte tegen de horizon een bonte optocht van kniklichtjes met ons op zien varen. Het is nu echt donker en het vervolg naar South Stack is adembenemend: de lichtjes om ons heen, het zwarte water, de stilte en af en toe - uit het niets - een klotsend golfje. Eenmaal bij de vuurtoren aangekomen wacht ons het volgende obstakel. Tussen het vuurtoreneiland en de klifkust door (je weet wel, dat smalle stukkie onder dat hangende bruggetje) zullen we moeten rockhoppen. Midden in deze nauwe doorgang ligt een puntige zwarte rots, onzichtbaar in het duistere water. De stroming en wat onvermijdelijk geklots maken de hindernis compleet. Justine manoeuvreert zich naast de verraderlijke steenpuist en loodst ons n voor n veilig door het smalle gat. Het oversteken van Abrahams Bossom maakt duidelijk dat het in het donker erg moeilijk is afstanden in te schatten. Het bijhouden van de vaartijd brengt dan uitkomst en Penrhyn Mawr doemt op het juiste moment op. Het laatste stuk van de tocht verloopt rustig. Nou ja . . . een luid geknars is onmiskenbaar het geluid van een kajak die op de klippen loopt. Er volgt een korte stilte, gevolgd door onbedaarlijk gelach. Onze Justine is pardoes op een rots gevaren. Terug in de baai oefenen enkelen het rollen-in-het-donker. De duisternis voegt een heel nieuwe dimensie toe aan je orintatievermogen onder water.

Ik hou het al gauw voor gezien en we zoeken zo snel mogelijk de beschutting van de pub.

Daar maakt een uitgelaten stemming zich van de aanwezigen meester. Het duurt niet lang of het eerste kniklicht geeft zich gewonnen. Op onverhoedse momenten wordt de inhoud in enkele decollets (m/v) gegoten. De fluorescerende vloeistof blijkt onschuldige lichaamsdelen om te kunnen toveren in ware koplampen.

De avond vordert en de deur van de pub gaat van binnen uit op slot. Nu zal in besloten setting blijken welk doel de vintage kajaks aan het plafond dienen. Het zijn roemruchte exemplaren, decennia oud, waarvan de n werd gebruikt in de eerste ronding van Brittanni, de ander als eerste naar Ierland overstak enzovoort. Deze pronkstukken hangen, op zn kop, te wachten tot de eerste roekeloze zich aan een re-entry waagt. De capriolen die hiervoor nodig zijn houden het midden tussen middelbareschoolturnen, kameraadschappelijke hulp en kajaken-voor-dronkaards. Vele handen maken licht werk en met een zwiep vouwt de eerste zich in de kuip. Nu is het een kwestie van de benen klemzetten, hoofd op het achterdek en . . . drinken maar. Even later bungelt ook Jolien ondersteboven aan het plafond, haar T-shirt verspreidt een vreemde gloed. Dan gaat bij mij het licht uit.

Vrijdag

De meesten besluiten tot een rustdag, welverdiend na de woelige nacht. Voor mij wordt dit de laatste vaardag en wat is er dan mooier dan a day at the races.

Als we, wederom bij Soldiers Point, het water op gaan is het behoorlijk mistig. Er staat een klein beetje trage deining uit het noorden.

De race bij North Stack is prachtig. Nog mooier is het om het ogenschijnlijke gemak te bewonderen waarmee sommigen hun kajak onder controle weten te houden in deze golven.

Mij lukt het om te surfen, om overeind te blijven en om semi-bewust te sturen, maar dat lijkt in niets op de gracieuze bewegingen waarmee sommige kajakers de race bedwingen.

Dan slaat een onfortuinlijke surfer om. Rollen mislukt en een rotgang verdwijnt hij richting Ierland. Drie redders sprinten erachteraan. De drenkeling is nogal ontdaan over zijn mislukte rol. In de consternatie gaat ook een redder om, maar zij weet zich aan de kajak van het eerste slachtoffer op te richten. Het groepje kajaks is inmiddels uit ons zicht verdwenen: de redding heeft in het woelige water nogal wat voeten in aarde. Om te voorkomen dat de stroming de kluwen kajaks te ver meesleurt heeft n van de redders vastgemaakt om te slepen terwijl de anderen een x-redding uitvoeren. Ruim een kwartier later belanden ze veilig en wel in een keerwater, behoorlijk uitgeput.

Wij voegen ons bij hen. Nu blijkt ook aan welke krachten de kajaks zijn blootgesteld. Een dekfitting van de gesleepte boot heeft het begeven en de grijplijn hangt er zielig bij.

We hebben bere-honger en landen voor een stevige lunch in Parlaments Cave. Als we de tocht voortzetten blijkt de mist te zijn verdicht. We varen een mijl de grijze deken in. Navigeren gaat nu alleen nog maar op tijd en koers, maar bij deze stromingen levert dit wel een hl erg gegist bestek op. Gelukkig is daar het sonore geloei van de misthoorn van South Stack. Af en toe, als de nevel even optrekt, ontwaren we een glimp van stukjes rotskust. Maar hoe de zon haar best ook doet, de mist is hardnekkig.

Ter lering ende vermaek maken we nog een rotslanding om een fictieve noodreparatie uit te voeren. Op het puntige mini-eiland is dat een heel geklauter en ook het repareren van een zilt-natte kajak valt niet mee.

Tenslotte komt nog een sleepoefening aan bod. Voortgetrokken door (een uiteraard giechelende) Justine kijk ik toe hoe de mist optrekt en Porth Dafarch opdoemt

Voor het laatst sjouwen we de boten het strand op naar de trailer.

 

Ook op deze laatste dag leggen mijn mede-Batavieren mij (n zichzelf) in de watten. Willem heeft zich deze week - weliswaar door zijn blessure gedwongen - ontpopt als knusse huisman.

Hij heeft een grandioze BBQ geprepareerd en we ronden een grandioze week af met een perfect gegrilde zalm.

We laten hier maar in het midden of deze zalm een van de vruchten is van de kennis en vaardigheden van de dames, opgedaan bij de survival-workshop. Feit is dat we veel plezier hebben gehad en veel hebben geleerd. We kijken terug op een geslaagde Wales-week en - wie weet - het begin van een voorjaarstraditie op zee: waar zullen we volgend jaar heen gaan?

terug naar deel 1

Martin-Paul