Algemeen

De Batavier kent drie hoofdstromingen van kano- en kajakvaarders: wildwatervaarders, vlakwatervaarders en zee/grootwatervaarders. Elk van deze stromingen is in het bestuur van de vereniging vertegenwoordigd door een commissaris. Met dit gezamenlijke document leggen wij als vaarcommissarissen onze doelen vast en schetsen wij onze plannen voor de komende jaren.

Stand van zaken

De meeste Batavieren varen kajak, enkelen varen kano (canadees). Van oudsher is de wildwatertak sterk vertegenwoordigd en erg actief. De vlakwatergroep is van wisselende grootte en ook de deelname aan activiteiten is wisselend. De zee/grootwatergroep binnen de club is klein en redelijk actief, de aansluiting op de vlakwatergroep laat te wensen over.

Batavieren verbeteren hun vaardigheden op een informele manier: tijdens het varen geven gevorderde vaarders gevraagd en ongevraagd aanwijzingen en tips. Slechts bij enkele gelegenheden vindt de opleiding binnen vastere kaders plaats: basisvaardigheden tijdens de kennismakingsarrangementen, eskimoteren in een zwembadcursus en een kennismakingscursus voor zee en grootwater.

De Batavier is een recreatieve kanovereniging: aan wedstrijden wordt nauwelijks deelgenomen of vanuit de olympische gedachte dat meedoen belangrijker is dan winnen. De Batavier richt zich op volwassenen waarbij verantwoorde deelname van kroost aan activiteiten wordt toegejuicht, evenals door leden speciaal voor hun kinderen georganiseerde activiteiten.

Doelstelling

Doel is een kanovereniging waarvan de leden zo vaak mogelijk, met plezier en veilig varen.

Uitgangspunten

De Batavier is een sportvereniging dus staat actieve deelname aan activiteiten voorop. Van alle clubactiviteiten vormt het vaarprogramma de basis. Gezelligheid en een positieve sfeer zijn daarbij belangrijk, hetgeen overigens allerminst uitsluit dat het programma uitdagende of grensverleggende activiteiten kan omvatten. Van alle leden wordt verwacht dat zij hun deelname aan activiteiten afstemmen op hun vaardigheden, kennisniveau en materiaal zodat zij en anderen de sport veilig kunnen beoefenen. Zelfwerkzaamheid is een verworven kwaliteit binnen De Batavier, dat moet vooral zo blijven: activiteiten voor en door leden. Indien mogelijk  worden activiteiten gezamenlijk ondernomen door de drie vaarwaterstromingen. Ook geldt dat zo veel mogelijk aansluiting en afstemming wordt gezocht met bestaande structuren en activiteiten (NKB, TKBN etcetera), vooral wat betreft cursussen en opleiding.

Speerpunten

Evenwichtig vaarprogramma: de leden stellen het vaarprogramma zelf samen. Het is de zorg van de vaarcommissarissen dat het programma evenwichtig is zodat alle niveaus, van beginner tot gevorderde, aan hun trekken komen. Zo wordt ontwikkeling bevorderd. Aansluiting op de kennismakingsarrangementen van de vereniging verdient daarbij aandacht opdat nieuwelingen zich snel thuis voelen binnen de vereniging en haar leden en de sport snel leren kennen.

Vaardigheden: leden dienen zelfstandig te kunnen varen. De vereniging stimuleert het aanleren van basisvaardigheden zodat ook beginners meer plezier halen uit het varen en blessures worden voorkomen. Om dezelfde redenen worden ook gevorderden gestimuleerd hun vaardigheden te vergroten.

Kennis: de club bevordert dat leden basiskennis verwerven zodat het gebruik van (club)materiaal wordt aangemoedigd, het bewustzijn voor veiligheid wordt vergroot en zodat verantwoord gebruik wordt gemaakt van het vaarwater en vaargebieden. Gevorderden worden gestimuleerd hun kennis te blijven vergroten.

Training en opleiding: leden worden gestimuleerd kennis en vaardigheden over te dragen en te delen. Naast de informele wijze waarop leden zich hiervoor van oudsher inzetten is er behoefte aan geschoolde instructeurs. Leden worden aangespoord de opleidingen daartoe te volgen. Daarnaast kan een beroep worden gedaan op externe instructeurs.

Invulling

Het aansporen van bestaande leden tot varen.

Het stimuleren en begeleiden van nieuwe leden.

Het werven van nieuwe leden: voortzetting van de kennismakingsarrangementen.

De Boomstam en de website worden gericht ingezet als communicatiemiddel bij bovenstaande punten.

Aandacht voor promotie van de disciplines via De Boomstam (thema/bewaarnummers), website en de inrichting van zee-, vlak-, en wildwaterhoeken in het clubhuis.

Leden worden zo snel mogelijk vertrouwd gemaakt met een basisbekwaamheid ten aanzien van varen, omgaan met (club) materiaal, vaarregelementen, ehbo en reddingstechnieken. Een goede afstemming van het vaar- en activiteitenprogramma is hiervoor belangrijk.

Meer aandacht voor veiligheid ter voorkoming van blessures en ongelukken. Alle leden dienen zich bewust te zijn van het eigen kunnen en van de daarbij behorende veiligheidsmarges voor zichzelf en voor clubgenoten.

Verbetering van persoonlijke vaardigheden in de kajak en het verkennen van nieuwe disciplines.

Gevorderde leden worden gestimuleerd tot vergroting van hun kennis en vaardigheden van vaartechniek, vaargebieden, veiligheid en achtergronden.

Gevorderde leden worden gestimuleerd tot het delen van hun kennis en ervaring.

Leden worden gestimuleerd deel te nemen aan externe opleidingen tot kano- en kajakinstructeur ten gunste van de vereniging. De vereniging stelt een financile tegemoetkoming beschikbaar voor dergelijke cursuskosten mits de deelnemers zich gedurende tenminste twee jaar als instructeur voor de vereniging inspannen.

Verantwoordelijkheden

In het kader van mogelijke aansprakelijkheidsstelling is helderheid over verantwoordelijkheden een belangrijk punt. Kanoen (met name wildwater en zee) is tenslotte een risicosport.

Individuele leden zijn ten allen tijde eindverantwoordelijk voor (gevolgen van) hun eigen gedrag, kwaliteit en volledigheid van hun uitrusting en voor de risico's die ze nemen. Van alle leden wordt verwacht dat zij hun deelname aan activiteiten afstemmen op hun vaardigheden, kennisniveau en materiaal zodat zij en anderen de sport veilig kunnen beoefenen. Activiteiten worden georganiseerd door alle deelnemende leden samen die uit hun midden per activiteit cordinatoren aanwijzen. Deelnemers aan activiteiten hebben de verantwoordelijkheid de cordinatoren te steunen bij beslissingen inzake veiligheid en risico-inschatting. Ook hebben zij de verantwoordelijkheid situaties die zij (potentieel) risicovol achten voor zichzelf, anderen of voor hun omgeving onder de aandacht van de cordinatoren te brengen opdat daarover beslissingen genomen kunnen worden.

Cordinatoren doen voorstellen voor activiteiten en bereiden deze voor. Zij zorgen voor aankondiging van de activiteit en voor een verslag. Zij hebben de verantwoordelijkheid deelnemers op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen en hen daarbij te adviseren. In het verlengde hiervan kan het voorkomen dat zij leden deelname aan de betreffende activiteit moeten weigeren. Wederzijds respect is hierbij belangrijk evenals goede communicatie. Een dergelijke beslissing kan echter niet ter discussie worden gesteld en dient dus te worden opgevolgd. Het bestuur (betreffende vaarcommissaris of voorzitter) dient zo spoedig mogelijk op de hoogte te worden gesteld van een dergelijk voorval. Enerzijds omdat het voor de club leermomenten betreft, anderzijds vanwege onverhoopte gevoeligheden die kunnen voortvloeien uit de situatie. Cordinatoren zijn niet verantwoordelijk voor (gevolgen van) beslissingen en daden van individuele leden, zelfs niet wanneer die in clubverband plaatsvinden.Trainers (intern of extern) verzorgen activiteiten waarbij het leden hun kennis en vaardigheden kunnen vergroten en hun grenzen kunnen verleggen. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het door hen aangeboden programma en voor een adequate begeleiding van de deelnemers. Deelnemers mogen verwachten dat zij in vertrouwde en veilige handen zijn. Ook voor trainers geldt dat het voor kan komen dat zij leden moeten adviseren niet deel te nemen aan activiteiten of hem/haar deelname moeten weigeren. Dezelfde kanttekeningen gelden als hierboven (onder cordinatoren) geschetst. Trainers zijn niet verantwoordelijk voor (gevolgen van) beslissingen en daden van individuele leden, zelfs niet wanneer die in clubverband plaatsvinden.Vaarcommissarissen cordineren het (opstellen van) het activiteitenprogramma en zijn verantwoordelijk voor de afstemming en evenwicht van het programma. Zij zorgen voor publicatie van een overzicht van de activiteiten in de vaarkalender. Verder zijn zij verantwoordelijk het stimuleren van het verwerven van basisvaardigheden, basiskennis en veiilgheidsbewustzijn. Zij zijn voor individuele leden met vragen op deze punten ook aanspreekpunt. Zij zijn niet verantwoordelijk voor (gevolgen van) beslissingen en daden van individuele leden, trainers of cordinatoren, zelfs niet wanneer die in clubverband plaatsvinden. Het dagelijks bestuur (voorzitter, secretaris en penningmeester) draagt de verenigingstechnische eindverantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de club. Indien het bestuur het nodig acht zorgt zij voor verzekering van de risicos die uit haar verantwoordelijkheden voortvloeien. Het dagelijks bestuur is niet verantwoordelijk (voor gevolgen) van de activiteiten van individuele leden, zelfs niet wanneer die in clubverband plaatsvinden.

Wildwater

De wildwaterbatavieren leggen de nadruk op sportief varen waarbij een uitdaging ligt in de combinatie van vaartechniek en moeilijkheidsgraad van het vaarwater. Dit alles in combinatie met een gezonde dosis gezelligheid. Het zwaartepunt van de vaaractiviteiten ligt in de wintermaanden (september tot en met maart) met een jaarlijkse apotheose in de traditionele Alpenweek.

Binnen de wildwatergroep van De Batavier worden de volgende disciplines beoefend: algemeen wildwater, rodeo en wildwater-canadees. Aan andere disciplines wordt gesnuffeld, wat bij voldoende belangstelling kan leiden tot uitbreiding van de activiteiten.

De laatste jaren steunde de wildwatertak op een kleine groep ervaren leden die nieuwelingen begeleidden. Er is op dit moment behoefte aan n animo voor opleiding van een jonge garde tot instructeur. 

Wildwater vaargebied

Het merendeel van de activiteiten vindt plaats in de (Belgische) Ardennen, Duitsland en verder weg in de Alpen en Frankrijk. In Nederland biedt de branding langs de kust mogelijkheden en beschikken we over onze eigen wildwatercentrale. In de wintermaanden is het zwembad een belangrijke oefenplek en op woensdagavonden uiteraard het Maas-Waalkanaal.

Wildwater doelstelling

Uitbreiding van het aantal actieve vaarders (nieuwe en bestaande leden) en het handhaven van het hoge niveau van activiteiten zodat huidige en nieuwe leden verantwoord en met plezier varen. Verbetering van vaardigheden en kennis moet een vanzelfsprekend deel uitmaken van het programma.

Wildwater invulling

Aan de doelstelling en speerpunten wordt gefaseerd invulling gegeven.  2003-2004:

Opstellen van een gevarieerd en continu vaarprogramma. Het vaarprogramma wordt n of twee maal per jaar samengesteld door de leden zelf. De wildwater-commissaris cordineert dit. Activiteiten worden door de leden zelf georganiseerd, in koppels van telkens een ervaren en een minder ervaren vaarder. Moeilijkheidsgraad en veiligheidsaspecten worden gezamenlijk ingeschat, waarbij natuurlijk een beroep gedaan kan worden op ervaren leden. Van lle wildwatervaarders wordt inzet verwacht: De Batavier is niet bedoeld als aanbieder van verzorgde kano-activiteiten.

Opstellen van een zomerprogramma (woensdagavonden en zaterdagen) waarmee:

beginners de basisvaardigheden en basiskennis onder de knie kunnen krijgen.

gevorderden hun vaarconditie kunnen verbeteren en technieken kunnen fijnslijpen en uitbreiden.

Opstellen van een winterprogramma (woensdagavonden) waarmee:

leden hun (achtergrond)kennis en vaardigheden-voor-buiten-de-boot kunnen vergroten.

Concreet kan daarbij gedacht worden aan EHBO en blessurepreventie, het lezen van water(stroming), bewegingsleer ten behoeve van vaartechniek, reddingstechnieken, informatie over (exotische) vaargebieden etcetera.

Waar nodig wordt deskundigheid van buiten de vereniging ingeschakeld.

Opleiding eerste trainers in NKB-verband. Deze opleiding tot basisinstructeur maakt nog geen onderscheid in vaarwatersoort, kano of kajak en valt samen met de opleiding voor vlakwater en zee.

2005-2007:

Continuering van het bovenstaande (na evaluatie).

Nadere specialisatie op disciplines zoals rodeo, WW kajak, Canadeesvaren en andere disciplines waarvoor vanuit de club interesse bestaat.

Verdere opleiding van de verenigingsinstructeurs, mogelijk specialisatie.

Vlakwater

Vlakwaterbatavieren leggen de nadruk op de ontspannende aspecten van het kanovaren. Het varen van (dag)tochten in een mooie omgeving en in goed gezelschap is belangrijk. Risicos van vlakwatervaren zijn overzichtelijk, voor een deel van de vaarders een van de aantrekkelijkheden. Zwaartepunt van het programma ligt in de seizoenen met mooi weer: de lente tot het najaar.

Voor vlakwatervaren is vaartechniek op basisniveau nodig, vooral ter voorkoming van blessures. Ook de benodigde kennis van materiaal is basaal. Belangrijker is kennis van vaargebieden, instappunten en dergelijke. Binnen de vlakwatertak is een groot verschil in vaarniveau en in de ambities daarin.

De laatste jaren heeft een ontwikkeling plaatsgevonden waarbij het zee- en grootwatervaren zich duidelijk heeft afgescheiden van het vlakwatervaren. Enerzijds zonder dat de kennis en ervaring van vlakwatervaargebieden en basistechnieken overgedragen zijn, anderzijds met een afwachtende houding van vlakwatervaarders, wat heeft geresulteerd in een mager activiteitenscala en een stokkende doorstroming. 

Een nieuwe lichting vaarders maakt zich momenteel sterk voor een uitgebreider en gevarieerder programma en is gretig op zoek naar kennis en vaardigheden. 

Vlakwater vaargebied

Over het algemeen wordt in Nederland gevaren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen stilstaand water en zwakstromend water. Bij stilstaand water valt te denken aan de Biesbosch, diverse plassengebieden, Weerribben, Wieden, de Friese Meren en stadsgrachten. Bij stromend water aan kleine rivieren als de Linge, Niers en Dinkel. Van de mogelijkheden van het zwembad zou meer gebruik gemaakt kunnen worden.

Vlakwater doelstelling

Uitbreiding van het aantal actieve vaarders en het opbouwen van een vaarprogramma zodat huidige en nieuwe leden verantwoord en met plezier varen. Verbetering van basisvaardigheden en beschikbaarheid van kennis moet ervoor zorgen dat leden snel zelfstandig aan activiteiten kunnen ondernemen en dat het vaargebied wordt uitgebreid. Het aanbrengen van een goed en duidelijk onderscheid van tochtniveaus in het vaarprogramma stimuleert doorstroming en bevordert dat leden zich op hun eigen niveau kunnen uitleven.

Vlakwater invulling

Aan de doelstelling en speerpunten wordt gefaseerd invulling gegeven. 

2003-2004:

Opstellen van een gevarieerd en continu vaarprogramma. Het vaarprogramma wordt n of twee maal per jaar samengesteld door de leden zelf. De vlakwater-commissaris cordineert dit. Activiteiten worden door de leden zelf georganiseerd, in koppels van telkens een ervaren en een minder ervaren vaarder.

Duidelijk onderscheid in karakter en vaarniveau van de activiteiten zodat leden zelf of met hulp van anderen kunnen inschatten of een tocht iets voor hem/haar is. Te denken valt aan verschil in dagafstand, tempo en vaarwater.

Verzamelen en toegankelijk maken van informatie over vaargebieden. (Water)kaarten en aantekeningen van instap- en overnachtingsplaatsen en kano/kajak verhuuradressen worden verzameld. Deze kennis kan beschikbaar zijn op het clubhuis, via de Boomstam (thema-bewaarnummer) en via de website. Ook lezingen en tochtverslagen zijn een doeltreffend medium.

Stimuleren van deelname aan tochten die door derden worden georganiseerd in aanvulling op het eigen programma, bijvoorbeeld NKB, TKBN etc.

Op woensdagavonden in het vaarseizoen zullen korte tochten worden georganiseerd waarbij aandacht wordt besteed aan vaartechniek voor beginners en gevorderden. Nadruk zal liggen op stuw- en stuurslagen ter vergroting van de efficintie en verkleining van de blessurekans. Voorlopig zal voor instructie een beroep worden gedaan op de grootwatergroep, op termijn wordt binnen de eigen gelederen gestreefd naar opgeleide instructeurs.

Aandacht voor basisvaardigheden voor buiten de boot zoals omgang met (club)materiaal, het vervoer van boten, basisuitrusting, (gedrags)regels voor  op het water en ehbo.

Gezien de verschillende ambities zal extra aandacht nodig zijn om basistechnieken en kennis tot gemeengoed te maken. Stok achter de deur zal zijn dat leden met weinig vaardigheden zullen merken dat zij slechts aan een beperkt scala van activiteiten mee kunnen doen. Bovendien wordt ook van minder op techniek gebrande leden verwacht dat zij hun eigen tochten zullen organiseren.

2005-2007:

Stimuleren van deelname aan externe opleiding tot instructeur.

Verbreding van activiteiten met bijvoorbeeld kampeertrektochten en aandacht voor canadeesvaren.

Zee en Grootwater

Zee- en grootwaterbatavieren combineren het maken van langere (trek)tochten met de uitdaging van onvoorspelbare omstandigheden op zee die onverwacht een beroep kunnen doen op vaardigheden, kennis en uithoudingsvermogen. Ook dit gecombineerd met gezelligheid. Activiteiten vinden plaats als er geen ijs en er ligt met een nadruk op maanden met warmer weer en water.

Het voor zeevaren benodigde materiaal is uitgebreid en voor kajakbegrippen duur. Bovendien is voor elke tocht is vanwege getij- en weersinvloed een gedegen voorbereiding noodzakelijk, wat drempelverhogend kan werken. Vanwege de benodigde techniek en conditie is het riskant beginnende vaarders deel te laten nemen aan tochten, vooral ook vanwege de risicos van onverwacht veranderende omstandigheden. Ondanks een twee jaar terug gestarte kennismakingscursus is er nog maar weinig doorstroming vanuit het vlakwater. Ook onder de ervarener leden stagneert de ontwikkeling waardoor er maar een beperkt aantal Batavieren daadwerkelijk tochten kan voorbereiden en de ervaring heeft om tochten op het water te leiden.

Zee en Grootwater Vaargebied

Over het algemeen wordt in Nederlandse wateren gevaren: op getijdenwater van de Waddenzee, de Zeeuwse Wateren en de Noordzee en op grootwater zoals het Lauwersmeer, de Grevelingen, IJsselmeer en Markermeer. Ook de grote rivieren en dan vooral de Waal worden tot grootwater gerekend. Incidenteel worden buitenlandse bestemmingen aangedaan (Wales, Duitsland, Denemarken). In de winter wordt het zwembad benut.

Zee en Grootwater Doelstelling

Een groeiend aantal (10 15) Batavieren die op zee en grootwater willen en kunnen varen en dat dan ook doen, waaronder 2 3 mensen die tochten op getijdenwater kunnen plannen en leiden en organiseren. Verhoogde aandacht voor vaardigheden, kennis en veiligheid. Bovendien verdient de aansluiting bij en doorstroming vanuit de vlakwatergroep aandacht.

Zee en Grootwater invulling

Aan de doelstelling en speerpunten wordt gefaseerd invulling gegeven. 

2003-2004:

Opstellen van een gevarieerd en continu vaarprogramma. Het vaarprogramma wordt n of twee maal per jaar samengesteld door de leden zelf. De zeewater-commissaris cordineert dit, draagt zorg voor afstemming en evenwicht van het programma en voor opname van de activiteiten in de vaarkalender. Activiteiten worden door de leden zelf georganiseerd, in koppels van telkens een ervaren en een minder ervaren vaarder. Leiding van een tocht dient in handen te zijn van een voor de te verwachten omstandigheden voldoende ervaren vaarder.

In de activiteiten wordt duidelijk onderscheid gemaakt naar vaarniveau: kennismakingstochten (ter indicatie: dagtochten bij maximaal windkracht 3), beginnerstochten (ter indicatie: dagtochten bij maximaal  windkracht 4) en gevorderdentochten (dag- en trektochten op NKB-niveau Zeevaardigheid(ZV). Er wordt naar gestreefd activiteiten altijd door te laten gaan, bijvoorbeeld door bij hardere wind uit te wijken naar een vaargebied met minder risico.

Verbetering van de communicatie over risico-inschatting en veiligheidsmarges, waar mogelijk ondersteund door verantwoorde deelname aan grensverleggende activiteiten.

Stimuleren van deelname aan door derden (NKB, TKBN, Peddelpraat en Salzwasserunion) georganiseerde tochten waardoor de afhankelijkheid van de eigen tochtleiders wordt verkleind.

Voortzetting van de jaarlijkse kennismakingscursus voor zee- en grootwater.

Stimuleren van deelname aan externe cursussen voor vaardigheden en kennis (NKB-niveau ZV).

Opstarten van activiteiten voor het grijze gebied tussen gevorderde vlakwater en beginnende grootwatervaarders. Gedacht wordt aan workshops op de Waal en aan gezamenlijke tochten op de grotere Friese Meren en in de Biesbosch. 

Ondersteuning van de vlakwatergroep bij het leren van basistechnieken en stimuleren van doorstroming.

2005-2007:

Stimuleren van deelname aan externe opleidingen tot instructeur.

Gestreefd wordt naar een jaarlijkse Batavieren Zee-week in binnen-of buitenland.

Stimuleren van deelname aan externe opleiding tot tochtleider (NKB-niveau Zeevaardigheid Extra).

Bestuur NKSV De Batavier