Indonesië, 13 Juli 2011

In Juli ben ik op vakantie geweest met mijn broertje en ouders in Indonesië. In de Lonely Planet stond veel over raften, dus dacht ik: “Dat wordt kayakken. Op Bali waren vele raftbedrijven, maar geen ervan had ooit van kayakken gehoord. Maar voordat ik vertrok had ik in Nederland al een kayakschool opgezocht in Centraal-Java. Dit was helaas bijna twee dagen reizen en daar had de rest van mijn reisgezelschap geen zin in.

 

Gelukkig had ik mijn broertje nog die zijn beugel brak toen we op West-Java aankwamen. Elke Dr. Gigi (zo heet de tandaarts daar) die we bezochten wist er geen raad mee. Wel riepen ze allemaal:”Dit kunnen ze in Yogjakarta maken”. En mocht het nou zo zijn dat Yogjakarta in Centraal-Java ligt. Dus na veel gezeik en gezeur kreeg ik het eindelijk voor elkaar. Ik mocht kayakken.

Na een treinreis van 16 uur waren we in Yogjakarta waar de Dr. Gigi met veel bewondering naar de beugel van mijn broertje keek. Nadat het hele ziekenhuis de beugel gezien had mochten we gaan en was de beugel nog steeds stuk, want aan zo’n geavanceerd stuk tandaartskunde durfde ze niet aan te raken.  

Vier hobbelige uren later met de bus waren we in Purbalingga, een stadje in het Diengplateau. Daar had ik afgesproken met Toto. Toto is een aantal jaren terug gestopt met werken en een kayak school begonnen. Wij mochten slapen in het clubhuis. Het clubhuis was belachelijk groot, compleet met badkamers, keuken, garage, een eigen huis gekko van ruim 30 cm en zelfs een ruimte om instructie te geven. Er werd voor ons gekookt door Sigit en verder was er nog Puji en Agus.

 

De volgende ochtend, na een slapeloze nacht door een gekko en de moskee aan de overkant, vertrokken we. Deze mannen hadden een eigen club bus compleet met beplakking en een zelfgebouwde stalen kooi eromheen voor de kayaks. Het was anderhalf uur rijden naar het instappunt. De Serayu is een bruine bagger sloot. Dit komt doordat al het water van de rijst velden er in geloosd wordt. Dit was helaas de enige rivier die op dit moment bevaren kon worden doordat juli het einde van het droog seizoen is. Het water stond dan ook volgens hun extreem laag en dit maakte de Serayu een III- terwijl het normaal een IV is.

Een groene Bliss-Stick was voor mij. Maar voordat ik kon gaan varen moest ik eerst een kleine verassing verwijderen. De boot was twee maanden niet gebruikt, dus had een rat het goed gekeurd als nest voor haar jongen. Negen jonge rioolkruipertjes heb ik eruit gehaald.

De Serayu was een grote rivier met vele zij taken die erop uit komen. Hij werd gekenmerkt door grote vlakke stukken tussen de stroom versnellingen. De stroomversnellingen zelf waren vooral grote golven treinen. Er waren dan ook veel leuke surfplekjes. Verder waren er grote dammen die door de vissers gemaakt waren door een hoop keien in de rivier te gooien. Deze liepen dan schuin over de rivier, maar waren niet gevaarlijk. Je kon er gewoon vanaf stuiteren.

 

Halverwege waarschuwde Toto ons voor een grote wals tegen de rots wand aan. Deze was geheel verdwenen door de lage waterstand, terwijl we een kilometer verderop verast werden door een grote wals die er anders nooit was. Vlak voor de uitstap, bij de laatste speelplekje voelde ik iets tegen mijn been aan klotsen. Het was nog een ratje nie verdronken was in mijn boot. De uitstap was bij een pas gebouwd raftcentrum.

In het regenseizoen zijn er nog veel meer rivieren bevaarbaar. Ze hebben me foto’s laten zien van spectaculaire sloten met kraak helder water erin. 

Jaivi