Zondag 27 maart was het zover. Mijn eerste wildwatertocht. Nadat ik een halfuur te laat kwam omdat ik geen rekening had gehouden met de zomertijd, konden we vertrekken.
In eerste instantie zouden we naar de Eifel gaan (als ik het goed onthouden heb), maar daar bleek een afvaart aan de gang te zijn. Om die reden zijn we doorgereden naar de Erft.
Nadat ik me in de kano gewurmd had en het vrij strakke spatzijl vastgekregen had, liet Coen mij voorzichtig het water in zakken. En daar had ik geluk mee, want volgens Menno worden nieuwelingen er doorgaans gewoon ingegooid.
 
 
Het zonnetje was inmiddels doorgebroken en het beloofde een stralende lentedag te worden. Perfect vaarweer kortom!
Eenmaal op het water begon het gevoel voor het stromen van de rivier te komen. Het eerste verloopje duikt op en ik stuur m’n kajak zo goed en zo kwaad als gaat onder de brug de stroming door. Het lukt warempel om zonder om te gaan dit eerste stuk door te komen. 
Nu krijg ik te horen dat ik een keerwater in moet varen. En ergens komen vaag herinneringen naar boven aan een vakantie in de Pyreneeën. Toen had men het ook over keerwaters.
Afijn, na wat oefenen lukt het me om een keerwater in te varen. Vervolgens heeft men het over opkanten. Het blijkt dat ik mijn boot wat van de stroom af moet kantelen, zodat het water makkelijk onder de boot doorkan. 
 
 
  Vervolgens is het de bedoeling dat ik de rivier oversteek om naar het volgende keerwater te varen. Dat gaat op zich redelijk goed. Aangekomen in het keerwater aan de overkant ga ik onder aansporing van de Batavieren proberen om de wals onderaan de brug mee te pakken. Behoedzaam peddel ik naar de wals en dan ga ik om.
Gelukkig gaat het spatzijl goed los en kan ik mij even later herpakken en me opmaken voor een nieuw rondje wals.
 
 
Ik peddel de wals weer in en krijg de smaak te pakken! Hier doe je het dus voor, al dat oefenen op de vijver. Het is best wel kicken om zo in de stroom te varen, het deed me een beetje aan skiën of snowboarden denken. En de Burn (nog bedankt John!) die Menno voor me geregeld had, bewees nu zijn diensten.
 
 
Ondanks de lol in het varen was ik echter nog wel bang om niet voldoende controle over m’n boot te hebben en tegen anderen aan te varen. Maar onder aansporing van de Batavieren en met de geruststelling van Menno “als je tegen anderen aanvaart maakt het niet uit, want zij moeten jou maar ontwijken”, stuurde ik toch steeds weer de stroming in.
 
 
Tussendoor probeerde ik mijn benen en voeten nog even los te schudden terwijl ik in een keerwater lag, al kreeg ik daar met de fanatieke Batavieren om me heen weinig kans toe. - Hup, en daar moest ik weer aan de bak!
 
 
De rest van de Batavieren deden hun tricks in de wals en ook bij de andere vaarders zaten er een paar bij die goed allerlei moves konden maken in de stroming.
Na een tijdje walsvaren gingen we weer verder en na nog een brug en een verloopje, kwamen we in het koele open water van de Rijn. Dat was een mooie afsluiting van een erg leuke tocht!
 
 
Toen ik in de auto naar huis zat was ik overtuigd; dit ga ik vaker doen! Ik ga dit jaar flink oefenen en hopelijk kan ik volgend jaar dan mee met de Alpenweek.
 
Thomas