Durance 2001, Zondag

Zondag, het is zonnig en na het ontbijt staan we rond 11.00 uur aan het instappunt van de Beneden Guil. Vandaar varen we vandaag naar het Gat van de Durance. Dan kan iedereen (weer) even wennen aan de snelheid van het water. Wilma en Boukje bijten door en gaan mee, Iris haakt zoals verwacht af en blijft aan de kant. De Guil gaat inderdaad al meer dan snel genoeg voor deze groep:

Rien gaat als een van de eersten ten onder. De stroming van Guil en Durance is veel harder dan hij gewend is in de Ardennen. Wanneer het opkanten wat slordig is valt dat hier niet meer met wat kracht en hangen te corrigeren. De rivier is onbarmhartig: Plons! Een flink eind zwemmen en daarna de boot legen.

Ook de anderen ontkomen er niet aan, Wilma vaart plichtsgetrouw achter John een tollend keerwater een kilometer boven het Gat in, 'flop-om'! Na een paar rondjes in die carrousel, hangend aan de boot van John, neemt de paniek in haar ogen toe en denkt ze al na over afscheid nemen van het leven. Bij het volgende rondje weet John haar voldoende dicht langs de kant te krijgen dat er eindelijk weer vaste grond onder de voeten komt.

Boukje gaat nog steeds uitstekend, soepel heupwiegend overwint ze alle aanvallen van de Durance. Daar is het gat! stevig doorpeddelend schiet ze er net langs op. Nog even en het reddende keerwater is daar. Helaas, opeens heeft ze geen druk op haar peddel, die schiet weg en even later is de zo welbewaarde balans voorbij, koppie onder. Er is even paniek omdat het onder water uitstappen moeizaam geschied. Even later hangt ze aan de boot en beginnen we de lage weg naar de kant. Voor mijn gevoel halverwege Embrun staat ze pas op het droge. Boot en peddel zijn er alleen vandoor. Mark pikt de boot op en Saskia uiteindelijk de peddel. Even later is alle compleet en kunnen we ons nog even uit gaan leven in het Gat.

Het eerste 'gat' van het Gat is echt heftig en meer dan een paar keer erdoor heen surfen komt er niet van. Mark krijgt er een keer een mooie loop voor elkaar.

 Voor de rest beperken we ons tot het surfen in het tweede 'gat' van het Gat .

Omdat er regelmatig gezwommen wordt (ja zelfs Rob een keer) gaat de meeste energie verloren met het bergen van vaarders en materiaal. Een of andere ^&%$#-duitser komt op het gat afvaren. Ik zie het al aankomen, dat gaat niet goed! 50 meter voor het gat flots om. Z'n collega (handig hoor, met z'n tween gaan varen, vooral als je niet kan eskimoteren). Het liefst laat ik hem zwemmen, maar ja, dat hoort niet he. Dus hopsa, alweer de scheuren in je rug trekken om die vent aan de kant te duwen. En denk je dat hij mee helpt door mee te zwemmen, ben je bedonderd! Met z'n drien krijgen we hem uiteindelijk aan de kant.  Maar weer terug lopen dus, de derde keer alweer.

Daarna doet Teun nog een keer een poging, eskimoteert 2, 3 keer, maar gaat uiteindelijk toch zwemmen. Hoppa, daar gaan we weer. Dit is wel goed voor je conditie hoor.

Eenmaal uitgeput stoppen we ermee en zoeken het terras in Guillestre op. De boodschappen zijn die dag niet gelukt dus maar weer uit eten (vervelend hoor ;-).

 Menno

Lees over de volgende dag