Dora Baltea kloof bij Arvier

De foto's zijn van een tocht bij lager water, toen waren Saskia en Rob er ook bij. Tijdens de eerste tocht ben ik niet aan fotograferen toegekomen, te snel, te spannend...

Maandag 21 juli, Peter, Saskia en ik hebben het plan om het klassieke kloofstuk van de dora Baltea te gaan varen, van Leverogne tot net achter Villeneuve, Joyce en Kim gaan shuttelen, of zoiets. Het water staat hoog en we hebben al wat mooie verhalen van J&P hierover gehoord. Toen we de boten af gingen binden begon het te regenen. Met hoog water en dan ook nog eens regen instappen? Nee dank je, dan zoeken we wel een stukkie lager op de rivier, ergens onder Aosta weten J&P nog wel een stukkie om in te varen (zie verslag van onze tocht door de kloof tussen Chantillon en Montjovet). 

Hoe verder we naar Aosta rijden, hoe harder het begint te regenen. Ons idee om lager in het dal een droog stukkie aan te treffen wordt gelogenstraft. Het gaat daar alleen maar harder regenen, de bui volgt ons stroomaf en doet verwoede pogingen ons van de weg te spoelen. We besluiten maar weer terug te gaan en ploegen ons door, in de straten van Aosta af en toe meer dan 10 cm diep, water terug richting Villeneuve.

In Villeneuve hangen we een uurtje of wat in het cafe en als het weer wat opklaart gaan we opnieuw naar het instappunt bij Leverogne, het is al dik na vieren. Bij het instappunt drupt het nog wat na, de rivier is nog wat hoger, nog wat troebeler en er hangt een witte mist boven het water vergelijkbaar met de Soca als het daar net geregend heeft. Saskia haakt af, het is al zo'n beetje 5 uur en in dit water wil ze niet haar eerste wildwater ervaring van deze zomer opdoen. 

Oeps, 2 man over, is dat niet wat weinig? Peter oordeelt dat hij nu toch echt wil varen en dat we dit makkelijk met z'n tween moeten kunnen. Ik pas mij aan (-;)

Snel de spulletjes van en uit de auto en omkleden maar. Saskia pakt ons over 1.5 uur op in Villeneuve. Joyce gaat met Kim terug naar de camping.

Stroomop kijk je in de laatste stroomversnelling van Canyon de lnferno, een heftig stuk WW IV en V, daar kan ik me wel iets bij voorstellen, zoals dat water daar tussen de twee kloofwanden komt aanstormen met een paar vette walzen erin, dat lijkt nu effu een maatje te hoog.

Stroomaf verdwijnt de rivier, nog steeds model sneltrein, tussen de kloofwanden. De mist belemmert het zicht en mistlampen zouden verplicht zijn, de 50 meter zicht haal je hier niet. Peter heeft het stuk eerder gevaren en gaat voorop. Met een noodgang schieten we door het eerste kloofachtige stuk. Alles golft, pulseert en stelt je reflexen en bootgevoel stevig op de proef. Dit is leuk (in)varen! 

500 meter verder treffen we een joekel van een carrousel-keerwater aan waarin we even kunnen bekomen van het eerste stuk. Er zaten waarschijnlijk wel meer keerwaters in het eerste deel maar door de mist en de snelheid van het water hebben we er geen enkele aangedaan. Peter geeft aan dat hij de rivier bij deze waterstand nog nooit heeft gevaren, hij zit nog niet lekker in zijn boot. Het volgende stuk ga ik voorop. 

Achterin de carrousel staat het water een metertje hoger tegen de wand te drukken. Voor vandaag wil ik die paddestoel maar proberen te ontwijken en steek zo hoog mogelijk vanuit het keerwater over naar de overkant. Ik kan hakken wat ik wil, een paar tellen later zit ik weer terug in de carrousel, mijn waterlees spieren zijn ook nog wat roestig, de hoofdstroom drukt vol in de buitenbocht vanwaar ik nu juist wil uitvaren. Dat werkt dus niet. Dan toch maar achteraan, net voor het kussen langs, het keerwater verlaten. Dat gaat probleemloos .

In het volgende stuk ligt de eerste echt moeilijk passage ('four of the S', WW IV, volgens Peter Knowles) een S bocht gevormd door een paar stevige blokken in de rivier. Het valt vanuit het water niet te overzien en we besluiten toch mar eerst even te gaan kijken. De blokken zijn nu dus weg en er bevinden zich 2 grote walzen in de hoofdstroom. Daar gaan we dus niet doorheen. Helemaal links is en smal tongetje langs de kant die je als chickenrun kunt gebruiken. Wij zijn vandaag pluimvee en pakken het tongetje.

We beginnen wat meer te wennen aan de druk en de snelheid en keerwaters worden, nog steeds spaarzaam, maar vaker bezocht. Het is een schitterende tocht, af en toe breekt er een zonnetje door en belicht de witte mistflarden. Een schitterend gezicht.

Halverwege zit een stuw ('Mecox Weir' volgens Knowles). Volgens de diverse beschrijvingen maar Saskia en ik zijn eerder vanuit Mecosse naar de rivier gelopen en hebben de stuw reeds verkend. De oude betonnen gevaarlijke stuw is weg en vervangen door een rubberen opblaasstuw. Helemaal links kun je hem goed varen. Als de stuw helemaal is opgeblazen wordt het weer gevaarlijk en moet je omdragen.

De versnellingen voor en na de stuw halen bij deze waterstand de klasse IV, te verkennen vanuit de boot maar stevige golven en gaten, gewoon gas geven en de goede lijn zien te vinden. bij lager water worden ze wat makkelijker.

Dan wordt de kloof wijder en trekt zich uiteindelijk helemaal terug. In de verte zien we de bruggen van Villeneuve liggen. Daarvoor zien we de rivier echter opeen verdwijnen en het lawaai neemt toe. Ik stap uit om te verkennen. De stuw is niet gevaarlijk, alleen maar een hoge krullende golf.

Net na de eerste brug bovenin Villeneuve ligt de rodeogolf van Villeneuve. Deze ziet er superb uit en een paar ,naar later blijkt Franse, kanors liggen er te spelen. Wij doen ook een poging. Peter spoelt echter snel door en onze tocht gaat verder.

We weten dat er net na de tweede wegbrug in Villeneuve een stevige wals zit. Toch laten we ons verrassen. Ik duik naar beneden en knal door de golf heen. Dat valt best mee! 

Kabang! de echte wals moest nog komen. Met een rotsmak knal ik tegen een muur met water die duidelijk hoger is dan ikzelf in de boot. Ik ga echter zo hard dat wat er eventueel nog aan walzigheid op mij loert totaal geen kans heeft. Saskia geeft later wel aan dat het er niet bepaald soepel uitzag. Dat was het ook niet. Ook Peter maakt een smakker en verschijnt hijgend aan de andere kant van de watermuur.

Voor de volgende bocht besluit Peter dat we nog even moeten verkennen omdat er nog een stevige passage moet zitten ('shredded nickers' volgens Knowles). De passage die bedoeld wordt hebben we niet kunnen vinden. Wel zitten er stevige golven en walzen. De lijn die wij kiezen voert ons diagonaal tussen twee grote walzen door waar we van ons leven niet in willen liggen bongo-en. 

Even later zijn we bij het uitstappunt. 

Dit was leuk!

Hetzelfde stuk hebben we later in de week nog een paar keer gevaren met steeds een lager waterstand. Dan kun je er veel leuker spelen maar het indrukwekkende gaat er een beetje vanaf (zie de foto's in dit verslag die gedurende die tochten zijn gemaakt). Het is en blijft echter een denderende rivier met koud troebel water, een echte gletsjersloot.

Informatie:

Boek van Peter Knowles, White water Europe, South Alpes.

Dora Baltea Gorge, van Leverogne tot Villeneuve. Waterstand eerste tocht boven gemiddeld, volgende tochten gemiddeld. Gemiddeld wil nog steeds zeggen dat je standaard op WW III vaart met stukken WW IV. Alles valt echter te verkennen en om te dragen. De stuw bij Mecosse (Mecox) is veranderd en niet meer zo gevaarlijk. Passage Shredded Knickers in Villeneuve is veranderd en stukken makkelijker geworden. Het is echter een gletsjer rivier met veel water dus ieder voorjaar verandert er wel weer wat.

Menno