Noguera Pallaresa in Juli 2004

Eindelijk, het is zover, we hebben vakantie. 10 juli staat de auto bepakt en bezakt voor de deur klaar. 4 boten, 2 ATB's, tent, hangmat, bbq en meer van dat soort relaxwerk (pinpas, creditcard, ...).

een jaar of 6 geleden zijn we 2 weken aan de Noguera Pallaresa geweest, samen met Bjorn en Maryse, oude bekenden uit mijn Brandsport periode. Van die vakantie hebben we, v.w.b. het gebied rondom de Noguera Pallaresa in Spanje geen positief beeld over gehouden; erg heet, te weinig vaar trajecten, weinig gezellige eettentjes en, met uitzondering van kanovaren, niet zo heel veel te doen. 

dit jaar willen we er nog eens gaan kijken om dat beeld te bevestigen of te ontkrachten.

In tegenstelling tot eerdere jaren besluiten we ons nu eens niet te haasten, in n keer naar de eindbestemming reizen gaat toch niet lukken, en we vertrekken pas rond 10 uur uit Lent. 

Net na Lyon duiken we de snelweg af om langs de Route Nationale een hotelletje te zoeken. Na flinke omzwervingen belanden we uiteindelijk in een hotelletje op loopafstand van Valence. Voor 35 Euro (ex. ontbijt) krijgen we een redelijk ruime hotelkamer met luiken, dubbel-dubbel glas en dikke gordijnen, geen last van buitengeluiden zoals bij het Etap hotel in het voorjaar.

Even eten in een een nabijgelegen restaurant en daarna nog even het centrum van Valence inlopen. We vallen met onze neus in de boter, Valence is duidelijk een historisch stad met veel oude gebouwen, smalle steegjes, pleintjes, restaurants en bars. In een schitterend aangelegd park is een openlucht concert bezig. Ons grote relaxen is nu echt begonnen!

De volgende morgen worden we dus niet gewekt door buitengeluiden en zijn bijna te laat voor het ontbijt. Tegen 11 uur rijden we door richting de Pyreneen. Aan het begin van de avond komen we aan in Sort op camping Noguera Pallaresa.

De camping is drastisch veranderd. De hele recht kant is vol gezet met vakantiehuisjes, daarnaast staan grote kampementen van buitensport en vakantie organisaties. Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen want 90 % van huisjes en tenten is nog leeg. Gelukkig is er stroomopwaarts aan de rivier een zee van ruimte voor individuele kampeerders.

De rivier heeft zo te zien genoeg water. Dat is veelbelovend  omdat de waterstand grotendeels bepaald wordt door de electriciteitscentrale die bij Llavorsie het eerder afgevangen water in de Pallaresa laat terugstromen. Zondags heb je dus meestal minder water dan doordeweeks.

De volgende dag worden we verrast door een aantal ww-koeien die, als rechtgeaarde kuddedieren achter hun  leider aangaan. Die heeft een kleine misstap begaan en is van de wal in de sloot terecht gekomen. Plons de Pallaresa in. Zij weet  pas op het camping terrein weer aan wal te komen en even later cirkelt er een onrustig koebeest rond onze tent en de overige 5 komen eraan. We vrezen voor onze tent maar al snel wordt de leidende koe door de koe-herders teruggejaagd in de Pallaresa, zijn weide is immers aan de overkant, en vol enthousiasme storten de resterende volgers zich in het water.  Een dik uur kunnen we genieten van zwemmende en rotsklimmende koeien die, aangemoedigd door hun begeleiders met stok en hond, uiteindelijk weer in hun weide terug komen.

 

 

We varen die week als eerste het traject van Llavorsie tot de camping. Wildwater II-III en een stuk WW IV, het bekende koninginnen traject. De auto zetten we bij Yeti Rafting neer en spelen de rivier naar beneden. De stroomversnelling direct onder het Roc Roi raftcetrum is stevig, klasse WW IV, maar goed te overzien en op zich te varen. De walzen treken wel maar met een beetje tempo leveren ze geen enkel probleem op.

 

 

Datzelfde geldt eigenlijk voor het hele daaropvolgende koninginnen traject, mooi verblokt water met redelijk wat druk erop maar nergens is voor ons de noodzaak om te uit te stappen en te verkennen. In 1998 vond ik het een moeilijker stuk. Maar toen hadden we nog onze slalomboten mee. Misschien dat, dat uitmaakt?

De stuw vlak voor de camping dragen we om, de stopper onderaan is meer dan een meter hoog en daarna komt nog twee meter zog. Ik ben er niet 100% zeker van dat ik er doorheen kan komen met onze korte bootjes en met alleen Saskia als hulp aan de kant lijkt het geen verantwoordde keuze. Dragen dus.

Met uitzondering dus van de stuw is het gehele traject van Llavorsie tot Sort goed bevaarbaar, In het begin WW II-III, daarna 2 km WW III-IV en afsluitend met WW III-II tot de camping. De stuw voor de camping van tevoren bekijken. Het hele traject is circa 12 km lang.

De volgende dag varen we wat op het slalomparcours en oefenen samen met de Europagaai instructeurs in de Rodeogolf. Deze is vooral bij lagere waterstand, na zessen, leuk om te oefenen. Spins, wheels, splits en nog veel meer dingen die wij niet beheersen worden daar gedemonstreerd.

Woensdag varen we vanaf de camping tot en met de "grote" kloof van de Pallaresa (de Desfiladero de Collegats). Het is bloedje heet, dit wordt dus onze eerste kort mouwen dag. 

Het traject is 22 km lang en kun je normaal opsplitsen in 2 stukken: 14 km van Sort tot Gerri de la Sal en 8 km van Gerri  de la Sal tot na de kloof. Wildwatertechnisch zitten er maar 2 steviger stukken in; bij Montardit en Baro, beide  WW III-IV waarbij de laatste keienhelling van Baro bij onze waterstand de WW IV net haalt, de rest niet.

De kloof na Gerri de la Sal, de zogenaamde Desfiladero de Collegats vormt het landschappelijk hoogtepunt van de reis.

Vrijdag, onze laatste dag aan de Pallaresa besluiten we het traject boven de camping nogmaals te varen. Het is WW technisch veruit het leukste stuk. De waterstand is helaas iets lager zodat de passages wat minder spectaculair worden.

Halverwege zoeken we een strandje op om eens lekker van de zon de te genieten. Tot onze verbazing komt er opeens een kanor in zijn eentje voorbij varen. Hij drijft rustig het keerwater in en bekijkt ons aandachtig. Na een vijftal seconden begint het te dagen: "Ha die Ton", "Saskia, Menno, jullie ook hier, wat een toeval". 

Batavieren kom je ook overal tegen. Ton staat met de familie op de camping in Llavorsie en mocht even los. 

Samen varen we verder  naar beneden. Ton wordt door zijn vrouw in Rialp opgehaald. Wij varen door naar de camping. Deze keer besluit ik de stuw toch te varen, wel even gekeken, er staat iets minder water op en de stopper en het zog lijken overwinbaar.

Op tempo aangevaren en met een rotklap knal ik in de stopper. Ik had het plan plat voorover op de boot te gaan liggen met de peddel naast de boot om met een zo'n klein mogelijk oppervalk door de stopper te schieten. Het gaat zo snel dat de basis reflex "Peddel over de wals zetten en doorstrekken" als is uitgevoerd voordat ik een andere beweging kan maken (ja, ja, gewoon een trage motoriek).

De knal door de stopper is hard en ik voel dat er flink aan mijn boot gezogen wordt, de orintatie is even weg, maar dan ben ik er toch doorheen. Mmmmm, dat ging toch wat harder dan ik verwacht had. Maar goed dat ik hem de eerste keer niet heb geprobeerd.

Op de camping kleden we snel om en gaan met Ton mee terug omhoog om onze auto op te halen en te borrelen bij Ton op de camping in Llavorsi. 

Stel dat we hier ooit terugkomen, dan gaan we ook naar de camping in Llavorsi, veel rustiger, koeler en gezelliger.

Zaterdag breken we op en vertrekken we naar de Durance

Lees ook:

Durance 2004

Guil 2004

grote kloof van de Ubaye

Chateaux Queras en Schutsengel kloof.

Menno