De Isorno

Harry's walk of shame

wacht tot de youtube video wordt getoond

of ga direct naar de film op youtube

Gisteravond op de camping maakte ik een geintje over de zwempartijtjes van Wim en Bruno op de Verzasca. Wacht jij maar!, was het antwoord. Vandaag, tijdens het ontbijt, is de revanche voor de spleet en Mr Guide al een feit. Ik begrijp al vlot dat ik het vandaag ook voor mn kiezen zal krijgen. Nee hoor, men verwacht niet dat ik (ook) zal gaan zwemmen, voor mij is duidelijker gerichte pay-back op zijn plaats! Mijn nachtmerrie zal werkelijkheid worden! Stille, gemene grijnsjes kijken mij van alle kanten aan. Zo van: Jaaaaa mannetje... en nu?

We gaan dus de Isorno doen vandaag. Moet een prachtsloot zijn, daar ligt het niet aan... Slides, drops, mooie ww IV-V passages, alles zit erin. Nee, het is de in- en uit-loop, waar Menno me vanaf uur-0 al mee pest. Tja, en op de camping blijven is ook geen optie. Ik ga al dat prachtige water toch niet zonder mij laten weglopen? Euh.. lopen? Ooooh ja.

Harry ziet het hier al niet zitten...

We parkeren de auto dus ergens zo'n beetje bovenop een berg. Beetje vreemd als je gaat WW-varen. Het dal met de rivier kunnen we geeneens zien vanaf hier. Er is wel een smal asfalt weggetje naar beneden, maar dat mag niet bereden worden. Bruno, Gert en Peter gaan "vast" even naar het water kijken. Ik kijk nog eens even op de wegwijzer van de wandelroutes. 45 minuten oneway! En die gasten lopen dan eerst nog ff een keertje extra heen en weer? Ongelovig herbereken ik de wandeltocht. 2 x 45 minuten blijft nog steeds anderhalf uur! Mafkezen!! Zij liever dan ik. Ik zie al op tegen 1 x naar beneden, laat staan 3 x (want 2 +1 is?) Ach, heb ik des te meer tijd om me om te kleden. En om te stressen over de uitloop klasse X.

Gert en Bruno zijn toch wat eerder dan verwacht terug. Ze hebben vanaf ongeveer de helft van het weggetje de rivier "gehoord", meer niet, en zijn toen terug omhoog gelopen. Maar er moet dus water zijn. Alleen Peter is (waarschijnlijk) doorgelopen om het daadwerkelijke waterpeil in te schatten.

Wat later komt dan ook Peter terug. Hij is inderdaad helemaal naar beneden geweest, water gezien en weer omhoog. En zijn Oordeel is dat er genoeg water is. We nemen onze boten op de nek en gaan lopen. Op de camping hebben we nog even onze zwemvesten geprepareerd met een extra stuk schuim op de schouder voor al het dragen van vandaag. Mijn schouder is al een beetje beurs van het sjouwen langs de Ossola gisteren, dus dit scheelt echt een berg. 45 ECHTE MINUTEN LANG lopen we de weg af, na het midden zien we af en toe even een glimp van de rivier.

Ik opteer nog alle lijnen aan elkaar te knopen en te abseilen, maar dat is eigenlijk geen echte optie en we willen zoveel mogelijk varen. Dus sjok ik door. Mn kuitspieren verzuren, verzuren, verzuren. Ook Cees heeft het niet makkelijk en uiteindelijk komen we samen drijfnat van het zweet en met op knappen staande beenspieren bij de waterkant. Ik vraag me af of ik niet een hele grote vergissing heb gemaakt. De uitstap belooft nog vele malen zwaarder te worden en mn kuiten zijn nu al zo'n beetje dood.

Een paar man varen nog even naar de overkant om daar bij een oud huisje een natuurlijke warme bron te bekijken. Dan zijn we op weg.

Al na een kort stukje, met wat mooie passages komen we al onze eerste slide tegen. En zo volgen er meer. Je voelt je als een kind in een pretpark met allemaal achtbanen en géén wachtrijen.

Het meeste kan op het zicht gevaren worden, en overal zijn de te varen lijnen duidelijk. Walzen zijn niet gemeen, blauwgroen glashelder water, kortom een prachtrivier!!

Cees in het lange kanaal voor de onoverzichtelijke bocht

Één bocht is niet volledig te overzien, maar Bruno heeft hier al eens gevaren en hij verwacht daar weinig ellende. Voorop gaat hij verkennen en verschijnt even later weer in de bocht, op de rotsen en geeft aan dat het inderdaad veilig is.

Één voor één varen we de bocht waar nog wel 3 walzen inzitten, maar met de creekers glijden we daar prima overheen.

Gert in eerste deel van de lange onverzichtelijke lijn

Een stukje na een mooi hoog verval met autoboof die we na verkenning allemaal varen, komen we bij een smal kanaaltje met aan het eind ervan een haaks kort bochtje naar links, en dan gelijk weer haaks naar rechts.

Verken keerwatertje vlak voor de grote walibi slide

We zien het water iets lager omhoog spuiten en dat ziet er wild uit. Aan het eind van het eerste smalle kanaaltje zit rechtuit een klein keerwatertje, je moet wel vlak voor de ingang van het monster langs, dus scherp varen. Ieder op zijn beurt vaart, en vangt de volgende weer op. De boten worden opgestapeld tegen de rotsen. We klimmen omhoog en dan, vanaf boven op de rots, kijken we uit over een fantastisch mooie dikke lange slide met 2 spuiten halverwege. Wat een ding! Monsterdik maar ook Monstermooi! Bruno gaat hem doen, en wij "kijken wel even".

Direct nadat hij het hoekje omgevaren komt, vliegt hij in volle vaart naar beneden, vol over de eerste spuit, nix aan het handje, vol over de tweede spuit, en Bruno vliegt echt! Onderin planeert hij het keerwater in.

Holy shit, dat is VET!! De volgende gaat en ook dit gaat geweldig. Ik twijfel en kijk Menno aan. Hij zegt dan hetzelfde als wat ik denk: "ik weet niet of ik dit wel durf ! " Inderdaad, het is een imposant ding en je moet hier niet op je plaat vanaf gaan, dan heb je echt een probleem. Maar ik ben nu hier, tijd om een grensje te verleggen! Ik zeg tegen Menno: F*** it, we gaan 't gewoon allebei doen. "Ja hé? zegt Menno, en ook hij is overstag (mwah, volgens mij was het andrsm (-;).

Ondertussen zijn er alweer een paar naar beneden gevlogen, en ik geloof nu wel dat het geen problemen zal geven, dus stap ik vrij relaxed in. Dan denk ik nog eens "F*** it", en vaar het hoekje om. Meteen versnel ik volle bak op de slide naar beneden, vol over de eerste spuit, half over de tweede, en eindig als een speedboot onderin. Whahahaha, echt uber-super-stinkend vet is dit! Ik film Menno als het zijn beurt is, en ook hij komt helemaal "stoked" beneden. Ik voel me diep gelukkig, dit is beter als een orgasme :)

Altijd in basis verblokt met leuke drempels

Er volgen vele mooie dikke passages, slides, dropjes, heel veel lekkers. Soms moeten we er ff uit, bekijken de lijn en varen dan de geplande route. Iedereen gaat goed, geen zwemmers. Ook nog een hele mooie combi-passage volgt, een autoboofje over een dubbele steen, dropje, bocht en dan een eindwals met blok erachter, uitgang rechts. Open routes, maar wel lekker dik.

Weer een drempeltje

Rottige lijnen hebben meestal aan de zijkant wel een opening om eromheen te varen

Schitterende drop met autoboof na de eerste hobbel

Dan varen we onder een stalen brug door. Was dat niet de uitstap, Bruno? Nee, we varen nog 1 brug verder. Voor het gemak vertelt hij er maar even niet bij dat we dan wel een zwangspassage erbij krijgen op ons traject.

Al snel staan we dan ook aan een dubbele waterval, waarvan de eerste er ons allemaal te tricky uitziet. We klimmen er omheen, en staan dan aan de tweede waterval, die niet is om te dragen. Onderaan is wel een mooie poel, met een rustig draaiende kolk erin. Materiaal en zwemmers zullen zo nooit doorspoelen, de ideale vangbak.

We moeten wel even onze lijn over de lip inschatten, onderin zitten wat stenen, maar die zijn prima te ontwijken. Zoals telkens vaart Bruno als eerste. Geen probleem en zo gaan we weer allemaal op onze beurt de 6 meter-drop af.

Wim gaat loodrecht naar benee en blijft wat plakken in het gaatje. Na een rolpoging stapt hij uit. Ik race naar hem toe, maar dan ploft Bruno's werplijn al pal naast Wim in het water. Wim houdt zijn boot bij zich en de kolk en lijn leveren het hele zooitje makkelijk bij Bruno af. Ik kan gelukkig nog het peddeltje vissen, heb ik toch nog wat gedaan :).

Terwijl Wim hoost vaart de rest. Menno als laatste laat even op zich wachten. Eindelijk komt de cameraman ook over de rand, en landt naast ons. Hij bleek zn hoosdoppie kwijt te zijn, en had even snel een nieuwe gemaakt van een stukje schuim. Na nog een kort stukje mooie passages varen, komen we dan bij het begin van mijn einde......

De Uitloop Van De Isorno (niet voor niets met hoofdletters!!!) klasse XX

Waarschuwing: Tere zieltjes, kinderen jonger dan 15 jaar en zwangere vrouwen niet doorlezen wegens ernstig grof taalgebruik!

We stappen uit. Hoog, heel erg hoog boven ons uit hadden we een huis gezien. Daar zat de weg... K******, ik wil dit niet!! Kan ik niet gewoon tot in lengte van dagen hier aan de rivier blijven zitten?

300 (!)hoogtemeters wachten er op mij om mij ongenadig met de grond gelijk te maken. Geen mooi asfaltweggetje deze keer. Gewoon een steile berghelling met een paadje waar een geit nog zn neus voor optrekt. Zodra ik mijn boot schouder, hoor ik een paar muzieknoten uit mn kuiten komen, mn spieren staan nog zo strak als gitaarsnaren door de inloop. Jezusmina! Nog geen meter gedaan en nu al pijn. Dit wordt helemaal K.U.T. Na vijf meter loop ik al zwalkend met boot en al tegen een boom, worstel me door wat takken, smijt de boot op de grond en slaak een diepe zucht.

Verder zal ik niet meer zuchten tijdens deze beproeving, het werd al snel grommen. Ik schakel op de automaat en begin met rustige stappen aan het paadje, wat op veel plekken maar nauwelijks een paadje is. Lopen, lopen, klimmen, klimmen en ik zie de mensen voor me uit beeld verdwijnen. Ik hou Bruno op en ik overweeg hem uit wraak de hele weg achter me te houden, maar zijn ritme is veel sneller en hij kan er tenslotte ook niets aan doen. Ik stap aan de kant en laat hem passeren. Duidelijk dankbaar vliegt hij voorbij en is minuten later al uit beeld.

Alleen Cees nog achter mij... Samen puffen we omhoog. Mn stappen worden steeds kleiner en de pauzes volgen elkaar steeds sneller op. Ik drink mn water op, scheelt weer gewicht. Naar schatting iets voorbij halverwege gooi ik mijn boot neer op een vlak stukje. Ik ben al 2 keer bijna naar beneden geflikkerd omdat ik stond te tollen op mn benen. Ik moet een echte pauze gaan houden. Cees sjokt door...

Wat later sta ik op en probeer t weer een stukje. Alle mogelijke (en onmogelijke) ziektes en vloeken reutelen en ratelen uit mn strot. Ik loop een stukje achteruit om mn kuitspieren wat rust te gunnen, maar ga weer bijna onderuit, dus dat werkt ook niet. Ik kruip langzaam verder.

Op een bepaald moment geef ik een schreeuw om te luisteren of ik al bij de rest/weg in de buurt kom. "Hey!" hoor ik niet te ver boven me. Die goeie ouwe vertrouwde Menno! Zo'n grote bek, en toch zo'n klein hartje. Hij komt me redden! Hup, jij een kant en ik één , zegt hij en samen gaan we hobbelen. Precies 1 meter verder herinner ik me dat ik eerst nog even op adem moest komen, maar Menno gaat daar niet op wachten. Hij zwaait de Fluit op zn schouder, mompelt wat over: ooow die Fluit is toch lichter dan mijn Salto en gaat op pad.

Vol bewondering en verbazing kijk ik hem ff na, en ga dan, bevrijd van mijn last, steunend op de peddel, verder omhoog. Een splinternieuwe Werner Sidekick wordt misbruikt als wandelstok. Een stuk verder wordt Menno weer afgelost door Gert en Peter en staat de Witwaterbaas mij op te wachten met de videocam. Ik gun hem zijn pretmomentje en loop vloekend richting camera, brul nog wat over nog een mogelijk te varen toetje, of nog een extra stukje lopen voor de lol. Film 't maar, I don't give a fuck anymore. Ik ben gered, heb 't niet zelf volbracht en ben misschien wel een watje? Volgend jaar laat ik een sherpa overkomen om mij te begeleiden met kayakken, en in Chili hebben ze ezels? Toch?

Harry

Bruno heeft intussen ook Cees geholpen met de boot en eenmaal boven heeft iedereen weer praats. Cees en Wim gaan op weg naar de vorige bocht, waar de auto staat. Althans, dat denken ze, onverricht komen ze terug. Dat zal toch niet.... Staan we daar met 7 man even na negenen 'savonds in een uitgestorven gehuchtje, in de schemer te overleggen waar we nu toch die verrekte auto hebben neergezet. Ook ik ga nog even een eindje terug kijken en maak gebruik van de rust om me thuis weer even veilg af te melden.

De mannen hebben de auto ook de andere kant op niet gevonden en besluiten nu maar helemaal terug te lopen totdat ze de auto wel gevonden hebben of weer bij het beginpunt zijn aangekomen, ze zijn tenslotte goedgetraind (-;)

Uiteindelijk verschijnen beide auto's uit de schemer, kleden we om en laden op. Op de terugweg vinden we tegen half elf nog net een pizzeria die bereid is zijn houtoven voor ons weer aan te steken. We zijn gered. Onder het genot van een heerlijk pilsje nemen we de dag door en concluderen unaniem (ja, ook Harry) "De Isorno is een topsloot en iedere gelopen meter waard".

Ergens verderop pakken we nog een omleidinkie omdat een of andere zool zich in een huis heeft geboord, maar ook dat mag onze pret niet drukken. Als we morgen weer met z'n drieen zijn, onze collega Nirjharanen gaan dan terug naar huis, gaan we even lekker uitvaren op een relaxed stukkie Class IV, zonder omdragers langer dan 10 meter en ook iets waar de weg vlak langs loopt zodat de auto tot in het water gereden kan worden.

Na middernacht draaien we camping op, proppen de auto tussen de tenten en nemen afscheid van Peter, Wim, Gert en Bruno, die moeten morgenochtend om 6 uur weg zien te zijn om op tijd bij het thuisfront de pinksterverplichtingen te kunnen vervullen. Wij gaan met ons drieen en een paar pilsjes op het strand naar het lago zitten turen, nog helemaal blij van de Isorno. Die grijns blijft, eenmaal terug in nederland, nog de hele week in mijn mondhoeken gebijteld!

Menno