De midden Verzasca

Mini alpenweek mei 2009

Waterstand 19 kuub

Vaarders: Batas: Menno, Cees F., Harry

Nirjharianen: Menno, Harry, Wim, Gert, Peter, Bruno

Na een stevige rit komen we vrijdagochtend om tien uur aan bij de camping Rivabella aan het Lago Maggiore. Ik zie daar tot mijn verbazing de aanhanger van Nirjhara (BE) staan. Hé? What the f…? Ik wandel verder en ja hoor, daar staat de spleet! He… Kris den krieker… Bruno… Wat blijkt, Nirjhara is hier al enige dagen ter plaatse. Natuurlijk wist de Grote Onruststoker dit al, maar de ##@$%^% heeft ons hier nix van verteld. Maar dit is een blijde verrassing, en Menno loopt blij als een kind te brullen dat “hij toch niet gaat fietsen als het niet nodig is!! :)

Afijn, in no-time is t beregezellie op de camping, vertrekken we natuurlijk veeeels te laat, en is het vaartraject allang bepaald. Mr Guide heeft dit al voor ons gedaan, en zo mogen wij “invaren” op de midden-Verzasca (bij 20 kuub, class IV, passages V!) De hartjes beginnen sneller te kloppen en al voor we daadwerkelijk gaan rijden, staat bij mij (Harry) de adrenaline al tot aan de bovenlip. Eenmaal aangekomen bij de brug aan de instap komt het zo’n beetje m’n oren uit, en sta ik te schudden op m’n beentjes. Dat was al de eerste training voor mijn kuiten deze week, meer hierover later. Ik ben niet de enige, onze Belgische vrienden zijn al een paar dagen ingevaren, maar wij moeten hier dus “koud” beginnen. De allereerste passage stuiter ik op mijn beurt af, Ja! Stuiteren door de adrenaline dus…

Nieuwe boot (de Fluit is voor t eerst mee op “echt” water), nieuwe peddel, en nieuwe rivier. Ook Menno heeft –en een nieuwe boot (nieuw model Salto), -en een nieuwe peddel. En Cees F. zit voor t eerst in een bolle boot ipv die platte onderzeeër van hem, hij heeft voor deze trip mijn Burn-s geleend.

Kortom, veel nieuw materiaal en een ideale (ahum) combi voor een eerste dag op ww-4+. Voor mij persoonlijk word ik pas weer relaxed na de eerste helft van de run, tot die tijd sta ik redelijk stijf van spanning en is het veelal overleven voor mn gevoel (eigenlijk valt dat ook wel mee, want alles gaat verder wel goed)

Menno vervolgt:

Ik heb me de hele reis kostelijk vermaakt met allerlei beschrijvingen van rivieren die Harry zeker niet wil varen op de eerste dag, niet op de tweede en ook niet op de derde.

De eerste dag zeker geen Verzasca en de volgende dagen zeker geen kloven met veel in en uitdragen.

Per sms krijg ik het programma van Wim al door, morgen de midden verzasca (WW IV – V, bij midden water of meer, ik vraag nog even snel per sms “verzasca midden water?” Het antwoord is “ja!”. Oeps, ga ik Harry maar even niet vertellen!!!

Voor de dag erop heeft Bruno de boven Isorno in gedacht, WW IV+ met een inloop klass V en een uitloop klasse X.

In de auto heb ik Harry al zitten jennen met de Isorno kloven, uitlopen van 300 tot 400 meter en de Somvixer Rhein met een inloop van 4 km (dik een uur). Harry heeft al plechtig beloofd dat hij dan van kanoen af gaat en alle clubleden persoonlijk komt "afslaan", als dit hem gaat overkomen. Ook het programma van de tweede dag geef ik dus maar even niet door. Beter nog, ik vertel helemaal niets, ik doe gewoon alsof we per toeval bij Bruno uitkomen, kan het nooit mijn schuld zijn!

Afijn, aan het instappunt van de midden Verzasca, waar we vorig jaar al dolblij waren dat Eric zijn zwemvest vergeten was, zijn we nu wel compleet met al het materiaal ter plaatse en is er geen excuus meer mogelijk.

We kijken langdurig vanaf de brug naar de eerste passage die er redelijk easy uitziet, zo vanaf 25 meter hoog en 50 meter ver. Dan zijn de chauffeurs terug en moeten we “zur sache”. Zoals Harry al zei, spanning was alom aanwezig, ook bij mij, 19 jaar geleden heb ik de hele Verzasca een keer afgevaren achter 4 zwitsers aan, die het waarschijnlijk driemaal daags deden. Ik weet alleen dat het mooi, heftig en continu was.

De eerste passage dient zich aan, over rechts, vervalletje, met stenen, diagonaal naar links, redelijke golven, met een blok middendoor en dan diagonaal knallen naar rechts, doorgang pakken en uitvaren naar een groter keerwater. Eerste bocht nog ok, de salto doet alles automatisch, behalve dat wat ik wil. Ik red de lijn naar links dus niet en kom dwars voor en half op het blok. Leve de Salto, zijn vette reet voorkomt dat mijn achterpunt gegrepen wordt en in angstvallige balans, Salto half tegen de stroom gekant en ik voluit stroomaf hangend, blijven Salto en ik een geheel. Helaas komen we geen millimeter vooruit op deze manier. Uiteindelijk laat ik de Salto iets meer op de stroom komen we los. De Salto bokt als een dolle stier maar op een of andere manier kom ik beneden.

Ik moet echt wennen aan zo’n volumineuse creeker die hoofdzakelijk bovenop het water verkeert, inplaats van eronder.

Vlak daarna komt een lange IV-V passage die we allemaal omdragen, parallel laten een paar andere kanovaarders zien dat je deze ook gewoon af kunt ploffen. Nee, voor ons een dag of wat te vroeg, we moeten echt nog even wennen.

Vanaf hier neemt Cees het over:

So far so good, alle Batavierenvoorspellingen hebben we al doorstaan, dus de Verzasca kunnen we hebben – we waren al op tijd weg Nijmegen uit, Venlo voorbij, Koblenz niet eens waargenomen en pas weer bij Basel hebben we onze positieven eerst beneveld – voor op zn minst mijn nachtrust ;-) Harry moest nog ff n nachtje wachten voor hij mij met zijn gesnurk kon wiedergutmachen, maar dat was pas na de Verzasca.

Op zich niet verkeerd om ’s morgen na vroeg opstaan (voor mij in elk geval) aan te komen bij een camping waar zgn vrienden bivakkeren – zij brengen ons op ideeen en plekken waar wij alleen natte dromen van krijgen; die zijn nog steeds niet voorbij!!!

Goed, na enig oponthoud op de camping – ok, die Belgen zijn ook niet de vlugste – stond ik met n geleende boot (ik moest mij aanpassen qua bootkeuze, mn centrifuge werd afgekeurd voor deze week/dit water) en enigszins ambigue gevoelens (verstaat elke Batavier dit?) mn eigen in n gummicondoom te hijsen. Vanaf de brug had ik ook al ff staan te kijken; ik ben voor t eerst in dit vaargebied en hoor goede verhalen over kloven, in/uitloop etc, en over de klassieke trajecten die je toch minstens gevaren moet hebben, de Verzasca is daar één van – voor een eerste bevaring wordt matig water aangeraden, maar hoe dat dr dan uitziet? Vanaf de brug leek de eerste passage best te doen (zie Menno). Na dat ik als allerlaatste eindelijk mn spullen bij het water en aan had, waren de anderen al bijna uit beeld en mocht ik (behalve hen) mn eigen lijn maar s zoeken.

En de Burn is soms een prima boot die erg goed lijnen kan varen, en soms ook zijn eigen lijn vindt. Wil niet zeggen dat t de juiste/gewenste/bedoelde richting is.

Maar dat ging passage na passage steeds beter – en dat gold voor ons alle drie. De eerste overdraagpassage was op zich ok, maar niet op dat moment. Dus, moet ik nog s terug hier?

Verderop was ergens een erg leuke drop (ca. 2,5m) met twee doorgangen, met de lijn over rechts en ‘wat’ zog onderaan omdat er een steentje t water terugduwde…

De “spleet” heeft de linker wals van dichtbij gecheckt en bivakkeerde zo’n 30 seconden, eerst met boot en daarna zonder, in de wals.

Mijn puntje kon hem niet helpen, dan hadden we er samen in gelegen. Uiteindelijk kwamen Wim, schoen, peddel en boot los en werden her en der opgevangen.

Dan komen we bij een lange passage, eerst een slide-achtige invaart richting een vette wals in de rechter hoek, links kun je er (misschien) langs waarna je over stevig WW IV water richting de uitgans wals gedrukt wordt. Erachter is minimaal 200 meter stilstaand water. Een ideale trainingsrun voor WW IV+.

Wij zijn echter nog niet ideaal, alleen Bruno en ik besluiten de passage te varen. Bruno pakt de chickenrun in de invaart om beter uit te komen in het midden, wordt echter gegrepen door een diagonale wals, gaat om, probeert een rol en trekt. Zwemmend bereikt hij de poel.

Mijn run is beter, voor mij varen twee kanoers van een andere groep en die pakken gewoon de hoofdstroom, knallen half door de wals en komen er verder perfect door.

No chicken tonight for me, ik pak ook de hoofdlijn en knal er perfect doorheen. Dolblij duik ik de laatste wals af, ik kom in vorm!

Harry neemt over:

Na de zwempartij van Bruno besluit de rest deze maar over te dragen. We komen nog meerdere typische Verzasca-dropjes tegen, bijna alles is vanuit de boot te verkennen en relatief gemakkelijk varen we verder. Persoonlijk ben ik mijn stress van het begin helemaal vergeten, ik zit lekker in mijn Fluit, en zoals ook Menno het uitdrukt: Harry vaart weer lekker, dat zie je omdat hij weer voorop wil varen. De Fluit is veel minder gevoelig dan de Burn, lekker dik en absoluut geen rails!!! Een soort opgeblazen speelboot dus. Ook Cees heeft de smaak ondertussen te pakken, en hij bevaart mijn Burn alsof hij niets anders gewend is. (al ondervind hij ook wel wat nadelen van de harde rails,volgens eigen zeggen)We gaan even aan de kant bij een dun waterig dropje, lekker in het zonnetje.

Dan bevaren we ook deze.

Hierna volgen nog een aantal mooie passages en dan zien we de Lucifers-slide. Deze is voor iedereen (vandaag) een maatje te groot, en hier eindigt zowieso ons traject. We lopen omhoog naar de auto en kleden ons om in de volle zon en bespreken wat we nog meer willen doen. We besluiten vandaag nog een 2 e traject te varen en gaan op weg naar de Ossola

Cees,Menno,Harry

De Ossola

vaarders: net als de verzasca behalve (ervaren) Rekker

We hebben in de zon van alles besproken, maar net als bij de Batavier is bespreken zinloos, en even later rijden we braaf achter het hondenhok aan, een weggetje op dat zonder meer niet voor ons bedoeld is en staan kort daarna bij een ontzettend lange slide met een paar gaten waar je niet eens over wilt fantaseren…. Daaronder zijn we ingestapt zonder Peter – hij was wél verstandig cq ervaren – en begonnen aan een traject dat volgens ons (verouderde) boekje en Mr Guide een leuke dagafsluiter zou worden.

Wel, de vaar/draag-ratio was ca. 1:3. We begonnen na 15m/de eerste drop met uitstappen en verkennen, beslissen dat t zinloos is, en teruglopen voor de boot. En dat nog vele malen.

Dat was het begin van de tweede serieuze aanslag op de beenspieren van Harry na de Verzasca-shakes, maar ik had dr ’s avonds ook moeite mee.

Zo ging het maar door, na elke 10-20m varen konden we de boot weer uit, vol goede moed en jeugdig enthousiasme opnieuw hopen op een leuke doorvaart maar helaas, opnieuw de boot op de steeds beurser wordende schouder, en maar hopen dat we nog ff een stukje langer dan 15m zouden kunnen doorpeddelen.

Vrijwel elke passage die we tegenkomen is, in ieder geval voor ons op dit moment niet met het volle verstand te varen.

Gelukkig is het hele traject dat we vandaag als toetje zullen varen maar max. 1,8 km, dus we zullen hoe dan ook niet al te lang aan het sjouwen zijn bij deze Erstbefahrung. Edoch lopen we meer dan een kilometer langs een intens verblokte beek.

Dan zien we Peter staan, de enige die hier bijtijds verstandig was en niet is ingestapt, en die ons met camera en leedvermaak opwachtte vlak voor de uitstap. Eerst nog een paar honderd meter Vlak-Water-Butsen

en dan zijn we, sommigen lichtelijk gefrustreerd, alweer bij de uitstap. “Soms zit het mee, soms zit t tegen…. Achteraf was het klassieke te varen traject ongeveer vanaf een instap ergens boven tot daar waar wij zijn ingestapt. Wij zaten vermoedelijk (Mr Guide ?!) op t foute stuk.

Cees