Zeekajak-week Wales, mei 2002

Vrijdag

Mijn sterke verhalen van vorig jaar hebben aanstekelijk gewerkt: met z’n zessen trekken we dit jaar richting Wales. De bootreis - met Sea France - verloopt voorspoedig.

Op de snelweg in België bezwoer Willem dat hij - om te wennen aan het Engelse links rijden - het eerste stuk na Dover langzaam zal rijden. Dat had hij beter niet kunnen doen want deze profetie zal blijken uit te komen. De rest van de dag zullen we echter geplaagd worden door files en ander ongedierte. Ons daggemiddelde komt op een schamele 50 km/u. Als we uiteindelijk in Holyhead (Caergybi op z’n Welsh) aankomen worden we verwelkomd door André, Marie-Louise en Karin die al een week eerder naar Wales waren vertrokken om als voorafje te gaan wandelen en klimmen. 

Direct kruipen we met zn allen in de bus (alsof we daar niet al lang genoeg in gezeten hebben) en de whisky gaat open. En fles Ierse (gesponsord door Carolien) en n fles Amerikaanse (door Vronique) worden ontkurkt. Je moet immers kunnen vergelijken, nietwaar?

Zaterdag

De whisky’s eisen hun tol (of wordt-ie als excuus misbruikt?). De meeste Batavieren zullen pas vanmiddag het ruime sop kiezen. Mijn workshop “incedent management” wordt gecombineerd met “tidal races and overfalls”. Omdat het nauwelijks waait en ook nog eens doodtij is zijn die laatste in geen velden of wegen te bekennen. Het wordt een rustig tochtje richting South Stack.

Er zijn veel oude bekenden van vorig jaar dus er valt nogal wat bij te praten onderweg naar dit vuurtoreneiland. Ook brengt het rock hopping de nodige afwisseling. 

Een sloom restje deining maakt de kloven tussen de rotsblokken nu eens wel en dan weer niet bevaarbaar. Een goede timing is van levensbelang anders blijf je onherroepelijk steken, zwevend boven het water, terwijl de rotsen in je polyester bijten.

Bij South Stack staat toch nog een aardige race: net genoeg als warming-up, zo op mijn eerste vaardag. Bernhard (Dld) voelt zich al aardig thuis op deze staande golven. 

Als we uitgespeeld zijn varen we door naar Parlement Cave om te lunchen.

Rock-hoppend varen we terug en af en toe pikken we een grot mee. 

Eenmaal terug in ons tentenkamp wordt me duidelijk welke enorme toegevoegde waarde mijn mede-Batavieren hebben: het avondeten staat klaar. Wat een luxe! s Avonds maakt een tevreden loomheid zich van mij meester. Met zn allen laten we verstek gaan bij de diashow van Petes Transatlantische kajakoversteek. 

Zondag

Vandaag is het animo om activiteiten te ontplooien groter. Marie-Louise en Jolien gaan vissen met de survival-workshop. Willem en ik gaan met de full day trip mee en na wat aanvankelijke schroom sluit Karin zich bij ons aan. Ze vaart in de Buccaneer van Andr (die nog is uitgeschakeld met een bij het klimmen verwonde hand). We starten in de kreek die Holyhead Island scheidt van Anglesey, onder de Four Mile Bridge. 

Door een bijna Hollands zandplatenlandschap varen we richting open zee.

De timing is kantje boord. Het afgaande water trekt volop aan de boot en soms blijft mijn diep stekende Sirius al hangen in het zand. Net op tijd spuugt de kronkelende kreek ons in zee. We peddelen op ons gemak naar Rhoscolyn. 

Onze tripleider heeft een heel losbandige opvatting van het varen met een groep. Een stel beginners blijft mijlenver achter. Er steekt een windje op en Karin begint noodgedwongen te experimenteren met de skeg. Bij Rhoscolyn nemen we de tijd om wat rotsspleten te verkennen. 

Als we weer verder varen blijkt de wind nog wat aangetrokken en we boksen tegen de kittige golfjes in naar Porth Dafarch, ons lunchplekje. Willem moet hier afhaken: wind en golven zijn toch wat teveel voor zijn nog herstellende schouder. Karin heeft de smaak te pakken en is ook wel nieuwsgierig naar de races . . . Penrhyn Mawr (beter gezegd: Ynysoedd Y Ffrydiau) is haar vuurdoop. De beginnende vloed maakt kleine, maar leuke golfjes waar Karin zonder veel plichtplegingen in duikt. Niets wijst erop dat dit de eerste keer is dat ze zoiets doet, dat het de eerste keer is dat ze in die enorme Buccaneer vaart, laat staan dat dit praktisch haar maidenvoyage op zee is. 

Onder de kliffen door zetten we koers naar South Stack. Dit vuurtoreneiland is van Holyhead gescheiden door een smalle kloof. Een smalle loopbrug verbindt ze met elkaar. De kloof lijkt wel een doolhof, bezaaid met rotsblokken. Er staat net genoeg water om ons er een weg doorheen te banen.

 

Ook op het volgende traject vormen de steile rotsen een prachtig decor. Ze zijn bezaaid met klimmers: minuscule stipjes tegen de wand, zoals zij ons op hun beurt zullen zien als nietige stipjes op zee. 

Het is nog maar een klein stukje naar Soldiers Point, ons eindpunt in de oksel van de havenstrekdam. Het was een prachtige tocht en terecht een full day trip.

Terug in het basiskamp komt ieder bij van zijn eigen avonturen. Marie-Louise en Jolien hebben veel gelachen en weinig vis gevangen. Toch weten ze voor ons uit andermans vangst alle staarten, koppen - en stiekem een enkele hele vis - achterover te drukken zodat we als voorgerecht een stevige vissoep kunnen maken. De maaltijd is weer prima. We nemen haastig afscheid van Andr en Karin, zij gaan een paar dagen wandelen op het vasteland. 

We zijn nog net op tijd om mee te kunnen in de dubbeldeksbus naar de avondlezing: een koddig verslag van een ijzige trip in Groenland. 

Maandag

Maandagochtend, helikopterochtend. Jolien en Marie-Louise zijn ook van de partij bij deze traditionele reddingsdemo: dik ingepakt zijn ze voorbereid op het ergste. 

Ik wurm me zo goed en zo kwaad als ik durf in de voorste gelederen om fotos te maken. Af en toe krijgt de rotorwind mij in zijn greep en stuift het water oorverdovend om mijn oren. Toch lukt het aardig om dit keer een redelijk complete sequentie te schieten van een redding.

Bij het maken van de slotfoto heb ik de heli praktisch recht boven me. Wonder boven wonder blijf ik overeind, maar de foto is wel een beetje bewogen. 

Helaas wordt het slotspektakel afgeblazen: geen kenterballet dus door een laag overvliegende helikopter. Voor hem is er plots echt werk aan de winkel verderop op de Ierse Zee.

Gedrien besluiten we een dagtochtje te gaan maken. Natuurlijk beginnen we met een lunch in een diepe kloof. Met horten en stoten krijgen we de kajaks op het droge. 

Als we verder varen staat er een aardig windje en is er een rommelige zee in Abrahams Bossom, de grote baai tussen Penrhyn Mawr en South Stack. We steken over naar de vuurtoren. 

Van daaraf gaan we binnendoor weer terug. Rotsblokken, mini-eilandjes en kliffen vormen een aangename beschutting vlak onder de kust.

We worden getrakteerd op prachtige doorkijkjes. We moeten ons een beetje gedeisd houden: de klifkust is bezaaid met nesten van voornamelijk guillemots. Ook enkele puffins schijnen hier te broeden.

De avond wordt besteed aan discussie over de individuele programmas voor het vervolg van de week. Deze algemene vergadering verloopt redelijk chaotisch. Uiteindelijk blijken Jolien en Marie-Louise zich te hebben aangesloten bij de viersterren-cursus. Zelf heb ik me ingeschreven voor het keuze-menu-programma van de vijfsterrentraining. We besluiten de dag in de pub waar we onder de palmen van het terras genieten van Lager en Ale.

Zie verder voor deel 2

Martin-Paul Neys