Waddentocht hemelvaart 2001

Op woensdagavond 23 mei hadden we om 19.00 uur afgesproken bij het clubhuis en om 19.20 uur waren we zowaar al compleet aanwezig. Andr, Jan-Willem, Marie-Louise, Martin-Paul en ondergetekende. Een buitenstaander zou denken aan een hockeyclub en daarmee zijn onze illustere dubbele naamvrienden natuurlijk geen slecht volk.

Binnen een half uurtje was de trailer beladen met boten, kratten kleding, voer en drank voor vier dagen en reden we welgemoed richting hoge Noorden met als eindbestemming Harlingen. Daar aangekomen moesten we in het donker de tenten opzetten en daarna was iedereen al snel in diepe rust. Morgen zou het immers vroeg dag zijn en we hadden een lange tocht voor de boeg.

Donderdagochtend hebben we de boten beladen en als galeislaven de dijk over gesjouwd. Ze wogen inmiddels toch gauw zo'n 50 kilo per stuk of (veel) meer en ik kan je verzekeren dat je dan geen warm-up meer nodig hebt als je eenmaal in je kuipje zakt. 

Het was prachtig weer en om 09.30 uur gleden we met het tij mee richting Vlieland. Een tocht van zo'n goeie zeseneenhalf uur en om 16.00 uur zetten we voet aan wal aan de oostkant van het eiland.

We waren inmiddels allemaal vreselijk sanitair behoeftig en toen ik mijn weerspannige blaas in het goudgele zand stond te legen moest ik onwillekeurig denken aan het paard van onze vroegere melkboer. Daar verkeek ik als menneke mijn verstand bijna bij als er maar geen eind aan kwam.

We wisten niet precies waar de camping lag maar toen we het een passant vroegen bleek dat maar twee duinovergangen verder te zijn. We hadden dus eigenlijk net zo goed niet uit hoeven stappen. Nog even te water dus en het laatste hortje fluitend weggeschept.

Nu moesten we wel nog onze boten vele honderden meters naar boven dragen en als ware Batavieren uit vroeger tijden hingen we letterlijk in het gareel om ze door het mulle zand te trekken. Toen ook nog bleek dat de man zich een overgang vergist had werd het een beetje zwart voor de ogen. Uiteindelijk hebben we de boten aan de voet van het duin laten liggen en hebben we onze noodzakelijke bagage naar de camping gebracht. Na een goede maaltijd waarbij Martin-Paul ons zoals gewoonlijk culinair verraste met paling en spekbokking hebben we ons in de kantine uitstekend vermaakt onder begeleiding van de Ronaldo's met als leadzanger een heuse Emiel Ratelband look-a-like, een aandoenlijke malloot die er evenwel de stemming prima in wist te brengen.

De volgend ochtend begon met een ramp in zakformaat. Een roodbruine kat met het figuur van Garfield was er met de overgebleven spekbokking vandoor en die was bedoeld als voorafje voor vanavond. De bokking wel te verstaan en niet de kat.

We vertrokken om een uur of half elf met windkracht twee of drie en zoals meestal heb je dan bij vertrek genoeg bekijks van strandwandelaars. M.P. had berekend dat we een uur of vier nodig zouden hebben om aan de kop van Texel bij de vuurtoren te komen zodat we onderweg tijd genoeg hadden om een paar keer te stoppen voor koffie.

We peddelden zeer ontspannen met snellopend tij mee aan de noordkant van het eiland westwaarts. Na een uurtje vonden we het echter nog te vroeg voor koffie en we besloten maar door te gaan. De wind trok wat aan en daarmee werd ook de deining hoger.

Toen we waren aanbeland aan de westkant van Vlieland waaide het hard en er stond een gigantische branding waar we onmogelijk doorheen konden. Daar ligt namelijk een lange zandplaat waar de deining met donderend geraas op stuk slaat. We moesten toen noodgedwongen wel door en proberen er omheen te varen met het risico dat we vervolgen stegen de stroom in niet meer op de geplande camping konden komen. Water is altijd fascinerend en voor mij was dit absoluut grensverleggend. We dobberden door metershoge golven die je op het ene moment als een zwarte muur op je af zag komen om er het volgende moment bovenop te zitten en er aan de andere kant in een schuimend dal weer af te donderen. Toen we het eindelijk aan het einde van de plaat verantwoord achtten om op de wal aan te koersen kwam ik op een gegeven moment in een surf terecht die me naar mijn gevoel wel honderd meter met een opgevoerde bromfietssnelheid in een kaarsrechte streep voortjoeg. Schuim spatte over mijn lijf alsof iemand de tuinslang vol op me leegspoot en mijn ultieme angst was "als de punt van mijn boot maar boven water blijft". Zou die met zijn neus onder duiken dan zou ik loopen als een gek en het is niet denkbeeldig dat je dan met zo'n snelheid je rug breekt. Gelukkig liep het goed af en een halfuurtje later koersten we voorzichtig richting Texelstrand. Weliswaar aan de verkeerde kant van de vuurtoren maar we kwamen veilig aan wal. Dachten we. In het laatste stukje branding dat normaal geen enkel probleem mag opleveren gingen M.L. en ikzelf alsnog voor schut en we moesten zwemmend naar de kant. Ik had daar knap de balen van maar ik wist achteraf wat ik fout deed en van elke keer leer je wat.

Na een uurtje drogen, eten en warme kleren aandoen konden we alsnog na kerend tij om de punt bij de vuurtoren richting camping De Robbenjager.

Uren later dan gepland kwamen we bij van een prachtige en toch ook wel spannende tocht. Waar we ons wellicht op hadden verkeken was het feit dat het al dagen oostenwind was en dat dus al dagen het wad werd opgestuwd vanuit Denemarken. J.W. verzuchtte dat we bij een beetje minder mazzel de kustwacht hadden moeten bellen.

's-Avonds zijn we heerlijk uit eten geweest. M.L. bestelde een schol en kreeg een exemplaar met het formaat van een ruim bemeten A-4tje en de anderen werden verrast door polsbrede spare-ribs.

We hebben die nacht geslapen als rozen. De volgende dag konden we uitslapen omdat we die min of meer als rustdag hadden gepland.

Een dag voor elk wat wils en dat betekende dat André en J.W. aan de wal bleven en dat M.P., M.L. en ik nog een tochtje Vliehorst hebben gevaren. Om de platen heen en in een min of meer rechte streep traverserend terug naar de wal.

Bij terugkomst werden we door Andr verrast met nieuwe (oude) haring en J.W. had inkopen gedaan voor een barbecue waarvoor hij enkele oude bekenden van het zeekanocentrum had uitgenodigd. Het werd een gezellige avond die we niet te lang hebben gemaakt omdat we de volgende dag alweer om 08.30 uur in de boot moesten zitten om het goede tij tot Harlingen te kunnen varen, een tocht van 24 mijl. We hoopten steeds dat de wind zou ruimen naar west en zowaar, het geluk was met ons. In de loop van de ochtend trok hij aan tot kracht 5 zodat we met hoge snelheid voor de wind konden varen. Ik had de pech dat ik de vorige dag mijn scheg had beschadigd zodat ik me wat moest behelpen maar gelukkig heeft het de pret niet kunnen drukken. Zo'n tocht heeft nog de extra dimensie van samen aan een vlotje eten of plassen en dat laatste is een kunst die niet voor iedereen is weggelegd. Maar alleen al de poging levert fantastische taferelen op.

Om 14.00 uur stoven we door een schuimende vaargeul bij Harlingen weer naar de kust en een uur later zaten we weer droog en opgewarmd in de auto op weg naar huis.

We keken terug op een geweldig lang weekend waarbij vooral M.P. lof werd toegezwaaid vanwege zijn preciese rekenwerk vooraf en coaching tijdens het varen. Voor herhaling vatbaar, volgend pinksterweekend met een grote groep naar Groningen. Heel anders varen maar ongetwijfeld ook weer beregezellig.

Willem